Franciscus, de eerste moderne niet-Europese paus, was sociaal progressief maar op andere vlakken net zo oerconservatief als zijn voorgangers

Paus Franciscus (1936-2025) Hij was sociaal zeer progressief maar met ethische kwesties als abortus en de maatschappelijke rol van vrouwen toonde paus Franciscus zich net zo behoudend als zijn voorgangers. Dat hij seksueel misbruik binnen de Kerk niet daadkrachtig aanpakte, is een smet op zijn erfenis.
Toen Jorge Mario Bergoglio, een migrantenkind uit Argentinië met Italiaanse wortels, in 2013 aantrad als de opvolger van de afgetreden Duitse paus Benedictus, werd hij onmiddellijk onthaald als een grote hervormer van de Katholieke Kerk. Maandagochtend vroeg, op Paasmaandag, is hij overleden, maakte het Vaticaan bekend. De paus kampte al geruime tijd met gezondheidsproblemen. Op 14 februari werd hij opgenomen in het Gemelli-ziekenhuis in Rome met een dubbele longontsteking, waarop complicaties volgden. Op 23 maart mocht hij terug naar huis.
Hij haalde Pasen nog, het voor katholieken belangrijkste religieuze feest, en sprak zondag nog het ‘Urbi et Orbi’ uit, de pauselijke zegen voor de stad (Rome) en de wereld. Daarin bracht hij het leed in de Palestijnse Gazastrook nog ter sprake – de paus sprak van een ‘schandalige situatie’.
De Argentijn Bergoglio kende de echte wereld buiten het Vaticaan, en wist welke noden daar leefden. Als aartsbisschop van Buenos Aires had hij al nieuwe parochies opgericht en geijverd voor een Kerk die sterker aanwezig zou zijn in de sloppenwijken.
Inzake de Israëlische oorlog in de Palestijnse Gazastrook toonde Franciscus zich geregeld scherp voor de Israëlische regering, die hij met de luchtaanvallen op Gaza ‘wreedheid’ verweet. Hij noemde de humanitaire situatie in Gaza ‘extreem ernstig’ en schreef in een boek dat nauwgezet bestudeerd moet worden of Israël zich in Gaza aan genocide heeft schuldig gemaakt.