Eerste herdenking Anton de Kom op Nationaal Ereveld Loenen

Anton de Kom ± 1924 Gustave Adolph Rheingans, Public domain, via Wikimedia Commons

Bij het Nationaal Ereveld Loenen is schrijver en verzetsstrijder Anton de Kom herdacht. De herdenking markeerde de 79e sterfdag van de in Suriname geboren activist. Het was de eerste keer dat de bijeenkomst werd gehouden.

De herdenking is een burgerinitiatief en kwam in samenspraak met de gemeente Apeldoorn tot stand. De burgemeester van die stad, Ton Heerts, hield een toespraak. Ook voorzitter Linda Nooitmeer van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) sprak de aanwezigen toe. Nadien werd kransen gelegd op het graf van De Kom op het Nationaal Ereveld.

“Het is heel belangrijk dat wij hem herdenken. Hij is een held voor ons allemaal. Wit of zwart, voor iedereen”, zegt Nooitmeer. “Dit soort helden moeten we laten voortleven. Omdat zijn nalatenschap ons verder brengt in de strijd die we op dit moment nog met elkaar voeren over gelijkheid.”

Verbannen en verraden

De Kom groeide op als nazaat van tot slaaf gemaakten. Op zijn 21e vertrok hij naar Nederland, waar hij naast zijn werk als vertegenwoordiger politiek actief werd, onder meer voor de Indonesische onafhankelijkheidsbeweging en de zwarte bewustzijnsbewegingen.

Toen hij in 1932 terugkeerde naar Suriname, trok zijn activisme al snel de aandacht van het koloniale gezag in Paramaribo. De Kom werd daarop zonder proces verbannen uit zijn geboorteland. Zijn in 1934 verschenen boek Wij slaven van Suriname was een aanklacht tegen koloniale overheersing en een pleidooi voor gelijkwaardigheid.

In de Tweede Wereldoorlog sloot De Kom zich in Nederland aan bij het verzet. Hij schreef voor diverse verzetsbladen toen hij in augustus 1944 werd verraden en gedeporteerd. Op 24 april 1945 stierf hij in Sandbostel, bij concentratiekamp Neuengamme.

Het kabinet heeft vorig jaar officieel excuses aangeboden aan de familie van De Kom “voor het leed dat hij en zijn gezin hebben ondervonden door toedoen van de toenmalige Nederlandse autoriteiten”. In 2020 kreeg de verzetsstrijder een plek in de Canon van Nederland, een thematisch overzicht van de vaderlandse geschiedenis.