Zangeressen Greetje Kauffeld en Thérèse Steinmetz: ‘Hier ben je snel een oude gek, terwijl je elders op handen gedragen wordt als je op late leeftijd nog artiest bent’

Rosa Spier Huis Marion Golsteijn, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Zangeressen Greetje Kauffeld (84) en Thérèse Steinmetz (90) wonen allebei in het Rosa Spierhuis in Laren en treden nog altijd op – daar en elders. Gesprek over blijven zingen tot je er bij neervalt en de muziekvonk. „Het was zo’n feest weer op te treden. Er nog te staan.”

Kijk, hier stond ze, wijst ze. Greetje Kauffeld (84), na Rita Reys een van de grote naoorlogse jazz-zangeressen die doorbrak bij The Skymasters en een mooie internationale solocarrière opbouwde, klimt voorzichtig het podium op. De laarsjes knellen, even oppassen.

Jazzstandards, Greetje Kauffeld zingt ze al haar hele leven. De liedjes zitten verankerd in haar hoofd. Niettemin is haar voorbereiding voor een concert stevig: stemoefeningen natuurlijk, zeker de ouder wordende stem moet getraind blijven. Het liefst zingt ze mee met haar eigen cd. En dan ouderwets teksten stampen – een jazz-zangeres die zingt van een papiertje, dat kán gewoon niet. Ze zou er bovendien haar leesbril bij moeten opzetten.

Maar dan kan het toch nog gebeuren dat je in ‘Sweet Georgie Fame’ – ze kan het nummer dromen, nooit moeite mee gehad, Tony Bennett zong het ook – ineens een black-out hebt. Het was het tweede liedje in de set laatst. En ineens kon ze denken: hoe ging het ook weer?

„O, maar dat ving je heel open en leuk op”, reageert vriendin en zangeres Thérèse Steinmetz (90). „Zo van: o, wacht, ik weet de tekst even niet meer. Hoe je toen even de tijd nam. Dat deed je fantastisch geroutineerd.”

Greetje: „Ja, ik liep naar mijn saxofonist, Jan Menu. Hij fluisterde een regeltje. En als je dat eenmaal weer hebt…”

Thérèse: „Ja, dan weet je het weer!”

Greetje knikt. Maar hoewel de rest van het optreden gesmeerd ging, steekt het haar. Zachtjes: „Dat kan dan zomaar ineens gebeuren. Zo vervelend.”

[…]

In 1970 won Thérèse de eerste prijs op het Intervisie Songfestival in Brașov, Roemenië. Dat liedje toen: speciaal. Maar nu ligt een ander lied haar na aan het hart, de Spaanstalige klassieker ‘Gracias a la Vida’, Dank aan het leven. „Dat past nu bij mijn 90ste. Dan zet ik mijn stoel bij het publiek en ik vertel over de kleine dingen die mensen over het hoofd zien, waar een mens gelukkig van wordt. En het is ook een mooi liefdeslied.”

Ze zal het zingen bij haar boekpresentatie in het najaar zegt ze. Onlangs tekende ze een contract bij uitgeverij September. „Mijn levensverhaal wordt opgetekend met hulp van een ghostwriter. Maar een aantal onderwerpen beschrijf ik zelf. Zoals het verdriet in mijn leven, dan kan ik beter zelf. Zo doen we het met elkaar. Het wordt hartstikke leuk, met een optreden.

„Als ik nog leef kom ik”, zegt Greetje.

Thérèse: „Dat mag je niet zeggen. Je bent er maar gewoon.”