Truus Schaper is 100 jaar: ‘We waren heel preuts: mijn man en ik hebben zeven jaar alleen gezoend’

Hoe was het dorpsleven in uw jeugd?

‘Kudelstaart bestond voornamelijk uit één weg langs de Westeinderplas met lossstaande huizen, vooral boerderijen. Er woonden rond de achthonderd mensen. Iedereen kende elkaar bij naam. Veel woningen waren van de katholieke kerk, want die was rijk – de mensen gaven gul. Na de oorlog werden de eerste huurwoningen gebouwd, rijtjeshuizen in de polder en villa’s langs het water. In die villa’s kwamen onder andere piloten wonen. Schiphol lag vlakbij, we zagen het steeds groter worden.

[…]

‘Toen twee van mijn zeven zussen hun kappersdiploma hadden behaald, besloten mijn ouders dat er een aparte dames- en herenkapsalon moest komen. Daarvoor werd de winkel van mijn moeder leeggehaald en gerenoveerd. Het was de tijd van permanentjes. Daarom kwamen er twee permanentmachines in de damessalon, dat was heel modern. In die machine hingen grote klossen waarmee het haar in de krul werd gezet. Daarna ging de stekker in het stopcontact om het kapsel te drogen. Ook watergolven raakte in de mode; die kapsels stonden stijf van de haarlak. Mijn moeder bleef allerlei spullen verkopen en had het ook druk met het gezin. Door het kunstbeen van mijn vader moest zij er in de nacht altijd uit als een kind huilde. Als je nu terugkijkt, realiseer je je: wat hadden die mensen een werk!’

Moesten jullie als kinderen allemaal meewerken?

‘Ieder kreeg een taak: helpen schoonmaken, de witte linnen jassen en capes van de kappers en klanten wassen en strijken. Ik maakte vanaf mijn 13de kleding voor het gezin. Ik zat altijd te naaien.

‘We mochten na de lagere school allemaal een opleiding volgen, dat was heel vooruitstrevend voor die tijd. De huishoudschool, de kweekschool bij de nonnen in Bergen, de kapperschool– en ik ging naar de Nijverheidsschool, waar ik het vak van coupeuse leerde.’

Haar zoon Jaap legt de rapporten van zijn moeder op tafel. Er staan jaar in, jaar uit alleen maar achten, negens en heel veel tienen op voor vakken als taal, rekenen en catechismus. Gedrag en vlijt: ook een 10.