100-jarigen: Guus Sundermeijer is 100 jaar: ‘Zonder spanning is het leven verdomde saai’

Guus Sundermeijer-Ricker is 100 jaar. Hoe kijkt deze kunstenares terug op de eeuw die achter haar ligt?

Guus Sundermeijer is kunstenares. Ze woonde en werkte lange tijd in het kunstenaarsdorp Nunspeet, waar ze in de jaren vijftig als enige vrouw werd opgenomen in een gezelschap kunstschilders als Jos Lussenburg en Jaap Hiddink. De 100-jarige exposeert momenteel in het Stadsmuseum in Harderwijk. Met dank aan haar burgemeester, die tijdens zijn verjaardagsbezoek onder de indruk was van haar werk dat hij aan alle muren van haar woning zag hangen. Hij belde meteen de conservator van het lokale museum over zijn ontdekking. ‘Met haar heel eigen, abstract-figuratieve stijl week ze af van de meer traditionele Nunspeter School’, zegt conservator Sophie van Steenderen. Ze noemt haar werk ‘kleurrijk, krachtig en eigenzinnig’.

Hoe is het om op uw 100ste nog te exposeren?

‘Het doet mij niet zoveel. Mijn kunstenaarschap is passé. Ik ben stomverbaasd dat er al zes schilderijen zijn verkocht. Ben je 100 jaar, sta je met één poot in het graf en dan krijg je nog een expositie, een interview en wordt er werk van je verkocht! Ook Franse Revolutie heeft iemand gekocht. Dat vind ik jammer, ik had het nog even willen houden, want het is het beste schilderij dat ik ooit heb gemaakt, het enige werk dat ik echt goed vind.’

U bent slechts over dit ene schilderij tevreden?

‘Ja, het is af, ik heb er niks op aan te merken. Bij ander werk heb ik dat wel.

[…]

Had u last van somberheid?

‘Met het leven zelf heb ik nooit moeite gehad, maar soms was het moeilijk. Ik was altijd jaloers op schilders die gelukkig waren met hun werk. Als het af was, waren ze tevreden. Dat had ik absoluut niet. Nog steeds niet, zelfs als ik nu nog naar mijn werk kijk, denk ik: dat had ik anders moeten doen.’

Bent u onzeker van aard of onzeker gemaakt?

‘Toen ik in de jaren vijftig met mijn man in Nunspeet ging wonen, waar hij als militair gelegerd werd, sloot ik mij aan bij een groepje bekende schilders als Jos Lussenburg en Jaap Hiddink. Ik was de enige vrouw. Lussenburg wilde mij er graag bij hebben, de anderen waren minder enthousiast. Ik bungelde er een beetje bij. Ze zeiden nooit iets over mijn werk, daardoor kreeg ik het idee dat ze het niks vonden.’ (De conservator van het Noord-Veluws Museum, dat drie werken van Sundermeijer in zijn collectie heeft, zegt dat zij de enige geschoolde kunstenaar was van deze groep, red.)

‘We gingen naar buiten, schetsen maken en kwamen vaak bij elkaar, voor de gezelligheid. Die kerels beslisten wat we wel en niet gingen doen. Eind jaren zestig richtten we samen de Vrije Academie Nunspeet op, waar ik les in kunstgeschiedenis ging geven. We hebben ook aardig wat geëxposeerd met elkaar. De bezoekers keken naar het werk van de kerels, bij het mijne liepen ze door. Zij verkochten goed, ik natuurlijk niet.’

[…]

Waar vermaakt u zich nu nog mee?

‘Ik loop rondjes door mijn huis en ga elke dag naar buiten voor een korte wandeling om mijn poten aan de gang te houden. En ik ga vaak een cappuccino drinken in een restaurant, altijd met slagroom. […]

‘Zonder spanning is het leven verdomde saai. Ik vind het misselijk dat ik 100 jaar ben geworden. Het is vervelend zeker te weten dat je niet lang meer te leven hebt. Maar het is ook prettig dat je niet zo veel meer kunt en hoeft. Dat geeft rust. Rust is wat ik nu graag wil. U stelt trouwens wel erg veel vragen.’