Stap over op biologisch boeren – ik heb er geen spijt van

Close-up, white, red and Golden varieties of onion-seeds” by wuestenigel is licensed under CC BY 2.0

Ard van Gaalen runt met twee collega-boeren sinds 25 jaar een biologisch bedrijf. Dat is zwaarder dan ‘gangbaar’ boeren en minder lucratief. Toch loont het.

De oudere boeren bij ons in de Hoeksche Waard verklaarden ons 25 jaar geleden voor gek. Wij, drie jonge boeren, zonen van akkerbouwers, hadden elkaar ontmoet bij een cursus ‘toekomstgericht ondernemen’ en namen toevallig tegelijk het boerenbedrijf van onze ouders over. Wij gingen het anders doen: biologisch. ‘Zonder chemie? Zonder kunstmest? Waar begínnen jullie aan jongens?’, vroegen de ouderen. Zij waren na de oorlog juist bevrijd door de opkomst van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Zij hoefden niet meer te wieden – altijd met die kromme rug. Hun oogsten mislukten niet meer.

En nu gingen wij terug naar vooroorlogse methodes? Zij wisten toen niet hoe uitputtend die middelen en methodes waren voor de bodem.

Voor de meeste boeren is verduurzamen te duur, bleek vorige week uit onderzoek van de Universiteit Wageningen. Ik begrijp dat. Van de boeren werkt ook maar 4,4 procent biologisch. De rest doet het op de gangbare manier – zo noemen we dat. In je eentje overstappen is ook niet te doen. Je bent kwetsbaarder als biologische boer: je hebt weleens een misoogst bijvoorbeeld. Het gevecht tegen het onkruid is zwaar, en zonder chemie kan je nu eenmaal niet alle schimmels en insecten bestrijden.

Onze manier van werken is ook véél arbeidsintensiever dan dat van het gangbare boerenbedrijf. We werken met z’n allen tot ’s avonds laat, we eten samen. Toch gaan we ook om de beurt op vakantie, om de accu op te laden. Er werken in de zomer dertig tot veertig arbeidsmigranten bij ons. We hebben nu wel onkruidrobots rijden, op proef, dat is een hoopvolle ontwikkeling.


Video ©Biostee Ard van Gaalen van 10 jaar geleden