Rijksadviseur: ‘We moeten op zoek naar een nieuwe symbiose tussen het landschap en gemeenschappen’

Nederland, Amsterdam, 20231122 Wouter Veldhuis, rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving. Foto: Kick Smeets (c) ‘2023 (©) College van Rijksadviseurs

Grote projecten zoals Lelystad Airport hebben verstrekkende en onomkeerbare gevolgen voor de inrichting van Nederland, waarschuwt Rijksadviseur Wouter Veldhuis. Dat besef is er nauwelijks. „We gaan door op het oude pad, terwijl dat een doodlopende weg is.”

Een winderige winterdag op de Amsterdamse Zuidas. Grote kantoorgebouwen, internationaal ogende koffiebars. Bankiers, advocaten en consultants die snel doorlopen naar hun warme kantoren. Een behoorlijk moderne uitvinding, die Zuidas, zou je denken. Maar volgens stedebouwkundige Wouter Veldhuis moet je veel dieper, historischer, kijken naar zo’n gebied.

„De Zuidas is de plek waar [de beroemde planoloog en architect] Hendrik Berlage in 1929 al een station tekende en het Plan Zuid eromheen ontwierp”, zegt Veldhuis, terwijl hij in een van de koffiebars een cappuccino drinkt. „Het duurde nog zestig jaar voordat spoor en station er kwamen, maar de lijnen die honderd jaar geleden op de stadskaart werden gezet, bepalen nog steeds enorm sterk hoe zo’n gebied eruit ziet, hoe we er leven en werken, hoe we onszelf verplaatsen.”

[…]

Het gezwalk en getwijfel rondom Lelystad Airport laat bovendien een dieper probleem zien, volgens Veldhuis: het ontbreken van een langetermijnvisie in de politiek, en het gemis van een ‘gezamenlijk verhaal’ over waar Nederland naartoe wil met het landschap.

„Het ontbreken van een nieuwe richting leidt ertoe dat oude patronen zo dominant blijven.” En we moeten juist uit die patronen breken, zegt hij, omdat ze ecologisch en maatschappelijk niet vol te houden zijn. „Het gebrek aan keuzes in de laatste decennia leidt nu tot acute keuzenood. We gaan door op het oude pad, terwijl dat een doodlopende weg is.”

[…]

Problemen lijken onoplosbaar

Veldhuis klinkt opvallend optimistisch, ook al is er volgens hem een breed gedeeld gevoel dat de maatschappij vastloopt. „Als je bij topoverleg van een ministerie zit, is het altijd ‘ingewikkeld’. En bij vakdebatten: ‘oh, wat is het allemaal moeilijk’. Problemen lijken onoplosbaar.”

Maar wat als we het nu eens simpel maken, stelt hij voor. Wat als we terug gaan naar de basis, opnieuw leren luisteren naar wat mensen willen voor hun eigen leven en omgeving? Dan wil „99 procent” volgens hem hetzelfde. „Wil jij schoon drinkwater? Ja, liever wel. Wil je schone lucht? Wil je geen honger? Een gezellige buurt? Wil je een prettig huis? Ja. Moet het een heel groot huis zijn, vol met allemaal luxe dingen? Nee hoor. Dus uiteindelijk willen we allemaal een betekenisvol leven, op een veilige, prettige, gezonde manier.”