WUR 2023: Een dikke onvoldoende voor waterkwaliteit

De waterkwaliteit in Nederland is de slechtste van alle EU-lidstaten; maar één procent van onze wateren verdient het predicaat ‘goed’. De kans is dan ook klein dat we tijdig voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water. “We zullen in dit waterland zowel boeren, burgers als industrie minder vrijblijvend tegemoet moeten treden.”

Vijf jaar. Zo veel tijd heeft Nederland nog om de dikke onvoldoendes weg te werken die al vijftien jaar prijken op de rapporten over waterkwaliteit. Grondwater en oppervlaktewater, zoals rivieren, kanalen, beken en meren, bevatten al jaren te veel meststoffen als nitraat en fosfaat en restanten van bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen. Maar ook op andere fronten is het niet best gesteld, denk aan de grote hoeveelheden PFAS en microplastics in Nederlandse wateren. Ook zorgen productie en gebruik van geneesmiddelen en cosmetica voor veel giftige microverontreinigingen in het water. Over vijf jaar, in 2027, moeten alle Europese lidstaten voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). De KRW werd in 2000, mede op aandringen van Nederland, van kracht in heel Europa. Het doel was om in alle wateren een ‘goede toestand’ te bereiken, zowel van de ecologische als de chemische kwaliteit.