Specialist ouderengeneeskunde neem je vak serieus
Ouderenzorg
Laat het verpleeghuis geen fuik worden voor lijdende bewoner, schrijft Dorothea Touwen.
‘Dat doen wij hier niet”, kreeg een vrouw met de ziekte van Parkinson in het verpleeghuis te horen op haar verzoek om euthanasie (30/09). Euthanasie, in de wet gedefinieerd als actieve levensbeëindiging op verzoek van de patiënt, is in Nederland meestal een zaak voor de huisarts: 80 procent van de 8.720 gemelde gevallen vorig jaar werd door de huisarts gedaan.
Specialisten ouderengeneeskunde voeren veel minder vaak euthanasie uit (316 keer vorig jaar). Voor een deel komt dat door het type patiënt: een kleine 60 procent van de euthanasie wordt gegeven aan mensen die lijden aan kanker. In verpleeghuizen wonen vooral mensen met chronische lichamelijke aandoeningen of met dementie. Omdat bij de laatsten de geest wordt aangetast, is euthanasie veel moeilijker: als er door dementie geen goed gesprek meer mogelijk is, schrikken veel artsen terug voor actieve levensbeëindiging. Begrijpelijk, want je doodt je patiënt niet zomaar. Dat doe je alleen als je heel zeker bent dat dit is wat ze wil en er geen andere manier is om haar lijden te verlichten. En daarvoor willen artsen een serie goede gesprekken kunnen voeren met de persoon zelf.
Dorothea Touwen is docent medische ethiek (LUMC) en oud-lid van een Regionale Toetsingscommissie Euthanasie
Voor patiënten met lichamelijke problemen en ook voor wilsbekwame patiënten met beginnende dementie ligt de kwestie anders. De mevrouw was in haar brief duidelijk over haar wens. Met haar valt – zo lijkt althans uit haar brief – een gesprek te voeren. Als zij graag dood wil en ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, dan zou er geen belemmering moeten zijn voor euthanasie.