Een Europees totaalverbod op glyfosaat is te veel gevraagd, maar hoe zit het met de tussenweg?
COMMENTAAR VOLKSKRANT
De mogelijke schade voor de volksgezondheid geeft de lobby tegen glyfosaat wind in de zeilen. Namens grootverbruiker Nederland zou minister Adema daarin meer initiatief mogen tonen.
Glyfosaat is prima spul, als je tenminste niet met een akker vol onkruid wil zitten. Anders dan de meeste onkruidbestrijders werkt het middel op vrijwel alle planten, althans die waarmee het direct in aanraking komt. Zodra het op de grond belandt, is het vrijwel meteen niet meer effectief. Ideaal dus in het vroege voorjaar, om de akker ‘schoon’ te maken voor het nieuw in te zaaien gewas.
Helaas is ook al jaren bekend dat glyfosaat schadelijk is voor bijen, hommels, het waterleven en de bodemflora. Zeker als het in grote hoeveelheden op grote oppervlakten wordt gebruikt. Zoals in Nederland, dat binnen de EU behoort tot de grootverbruikers per hectare.
[…]
Intussen wordt gewerkt aan betere, niet-chemische alternatieven en blijkt in de praktijk dat het wel degelijk mogelijk is om veel minder glyfosaat in te zetten en toch goed te oogsten. Maar die ontwikkeling wordt natuurlijk niet bepaald gestimuleerd als de EU nu maar weer besluit tot tien jaar verlenging van de vergunning. Dan is elke prikkel om het anders aan te pakken voorlopig weer weg.
Een totaalverbod met ingang van komend jaar is het andere uiterste, maar waarom ligt de nadruk niet op de tussenweg: een dwingend Europees afbouwprogramma, met strenge eisen die het gebruik beperken tot de hoogst noodzakelijke hoeveelheden? In Nederland zijn daartoe al stappen gezet, maar als Adema zich daar nu ook zichtbaar voor inspande in Brussel zou hij wat minder de indruk wekken dat ook dit weer vervalt in pappen en nathouden, zoals in het Nederlandse milieubeleid deze eeuw al te vaak is gebeurd.