Rapport: inkomensbeleid is ontoegankelijk en onvoorspelbaar
Het stelsel van inkomensondersteuning is te onvoorspelbaar en ontoegankelijk. Dat is in een notendop een van de conclusies in het nieuwe rapport van de Commissie Sociaal Minimum. Mensen moeten weten waar ze op kunnen rekenen, met meer duidelijkheid en simpele regelingen. Het beleid is te weinig gebaseerd op een realistisch mensbeeld.
“De financiële zekerheid van een grote groep Nederlanders staat onder druk”, schrijven de onderzoekers.
De Commissie Sociaal Minimum bestaat uit elf deskundigen op het gebied van sociaaleconomische, juridische en fiscale vraagstukken. Demissionair minister Schouten voor Armoedebeleid gaf de commissie op verzoek van de Tweede Kamer opdracht voor dit onderzoek. In juni kwam het eerste deel van het tweeluik uit en nu deel twee.
Wat stond er in het eerste rapport?
Daarin berekenden de onderzoekers hoeveel mensen nodig hebben om rond te komen. Daaruit vloeide de conclusie dat het besteedbaar inkomen van veel mensen fors omhoog moet, soms zelfs met honderden euro’s per maand. Het toeslagenstelsel vond de commissie te ingewikkeld. De leden pleitten voor een verhoging van de bijstandsuitkering (en daarmee ook het minimumloon, dat hieraan is gekoppeld) met zo’n 7 procent. Afgelopen week stemde de Kamer in met een verhoging van 1,7 procent. Dat noemde de commissie “een stapje in de goede richting”.
In dit rapport gaat de commissie meer in op beleid. Zo wordt geschetst dat de hervormingen van de verzorgingsstaat de afgelopen decennia vaak gepaard zijn gegaan met bezuinigingen, waardoor inkomenshulp steeds gerichter werd en voor een kleinere groep.