Wel of niet de doodzieke vrouw doorbehandelen? ‘We kwamen er niet uit met z’n allen’

St. Thomas-Elgin General Hospital – New Intensive Care Ward, 1961” by Elgin County Archives is licensed under CC BY-NC-ND 2.0

Artsen kunnen dankzij technologische ontwikkelingen patiënten langdurig in leven houden. Maar is dat ook het beste? Intensivisten over de moeilijke besluiten die zij moeten nemen op de IC.

Ze was nog jong. Ze had een zware infectie opgelopen en het lukte de artsen maar niet die onder controle te krijgen. Steeds weer dook er een nieuwe infectie op. De vrouw ging zo hard achteruit, dat ze moest worden opgenomen op de intensive care van het Universitair Medisch Centrum in Utrecht (UMCU). Ze had steeds meer zuurstof nodig, adrenaline. En zo nu en dan werd ze in slaap gebracht.

Wat was er toch aan de hand met haar immuunsysteem? Intensivist Maarten van Eijk heeft er wekenlang zijn hoofd over gebroken. Net als de rest van de afdeling. Wat doe je als zo’n situatie drie maanden duurt? Vier maanden? Een half jaar?

Van Eijk verdeelt met zijn armen de staf van de IC en alle andere betrokken dokters in twee denkbeeldige groepen. „Een deel van mijn collega’s zei: we moeten doorgaan met behandelen, totdat we weten wat er aan de hand is.” Ze wilden uitzoeken welk onbegrepen immuunprobleem hieronder lag.

Het andere deel vond dat ze moesten stoppen. „Zij vonden dat we de patiënt aan het kapot behandelen waren. Iedere infectie was weer een nieuwe aanslag op haar lichaam.” En áls ze er al achter zouden komen wat de vrouw mankeerde, dan was het niet met zekerheid te stellen of er iets aan te doen was. „Ze was al zo verzwakt, dat het maar de vraag was of ze überhaupt ooit zonder beademing kon”, vertelt Van Eijk. „We kwamen er niet uit met elkaar.”

Goed contact met haar man

Maarten van Eijk werkt nu zes jaar als intensivist, de hoofdbehandelaar op een intensive care. De IC van het UMCU heeft 34 bedden en richt zich op de meest complexe patiënten, na transplantaties bijvoorbeeld. Vraag Van Eijk naar beslissingen die hem zijn bijgebleven en hij vertelt het verhaal van deze jonge vrouw. We hadden gelukkig goed contact met haar man, vertelt Van Eijk. „We hebben hem steeds onze overwegingen kunnen meegeven, en onze twijfel. Er zijn zoveel discussies gevoerd over de vraag: waar zijn we nu mee bezig?”