Rotterdam kiest voor woonwijk zonder auto’s maar hoe ziet die eruit?
Geen parkeerplaatsen meer op straat of pakketbezorgers aan de deur. Wel veel deelvervoer en alle ruimte voor fietsers en voetgangers. En: kinderen die niet meer tussen de uitlaatgassen hoeven buiten te spelen. Dat is het ideaalbeeld voor de nieuwe autoluwe woonwijk in de Merwehaven, op de grens van Rotterdam en Schiedam. Maar hoe krijgen we de automobilist uit zijn heilige koe? Wat is er nodig om deze anti-auto-aanpak een succes te laten worden?
Het is te druk in de stad. Bijna dagelijks staan automobilisten in de file. Er is een tekort aan parkeerplekken en de irritatie groeit. Veel gemeenten zoeken naar een oplossing om bereikbaar te blijven en de CO2-uitstoot te verminderen. Hogere parkeertarieven is een drukmiddel, maar de autoluwe wijk is ook een populaire maatregel.
“De druk op de openbare ruimte is te groot,” stelt Maaike Snelder, universitair hoofddocent aan de TU Delft en werkzaam bij TNO. “Het gebruik van de auto is in de jaren 50 en 60 snel gegroeid. Inmiddels lopen we tegen de grenzen aan van wat nog wenselijk is in stedelijk gebied.”
Ook Rotterdam kiest voor een duurzame en autoluwe wijk. Op het voormalige rangeerterrein aan de Marconistraat en de twee Merwepieren komen binnen tien jaar zo’n 2500 huur- en koopwoningen. Naast de nieuwbouw is er ook ruimte voor innovatieve bedrijven, kleine kantoren en voorzieningen zoals een basisschool, huisartsenpost, horeca en buurtsupermarkt.
Mobiliteit en bereikbaarheid is een belangrijk onderdeel in het plan. Parkeren gebeurt niet op straat maar in zogeheten ‘mobilityhubs’. Dat is een centraal punt in de wijk met gemeenschappelijke parkeervoorzieningen, deelfietsen, -scooters en -auto’s, een fietsenmaker en pakketdiensten.
De eerste autoluwe wijken ontstonden in de jaren ‘70, als reactie op het toenemend aantal auto’s die steeds meer ruimte opeisen. Door straten af te sluiten en parkeerplaatsen op te offeren, worden gebieden weer leefbaar en veiliger voor voetgangers en fietsers. Veel binnensteden en woonerven zijn inmiddels autoluw ingericht. Ook werken steeds meer steden aan plannen voor autoluwe woonwijken. Autovrije weken, waar helemaal geen auto’s en parkeerplaatsen aanwezig zijn, komen weinig voor. Misschien wel de bekendste autovrije wijk is de ecologische woonwijk de Buitenkans in Almere. De 55 energiezuinige woningen liggen aan een rustig hofje met kronkelende wandelpaden. De auto moet bij de entree van de wijk worden geparkeerd. De grootste autovrije wijk komt in Utrecht: die stad wil langs het Merwedekanaal 6000 woningen bouwen, met 21.000 parkeerplekken. Alleen zijn die niet voor auto’s bestemd maar voor fietsers, want de auto komt de wijk niet in.