Privacy tegenover opsporing: hoe ver mogen we gaan met gezichtsherkenning?

Gezichtsherkenning bij ADO” by FaceMePLS is licensed under CC BY 2.0

Hoever mag je gaan met kunstmatige intelligentie als het gaat om de privacy van burgers? En moeten opsporingsdiensten meer bevoegdheden krijgen, als dat helpt om criminelen of terroristen sneller op te pakken? Het Europees Parlement heeft over deze vragen gedebatteerd bij de behandeling van een wetsvoorstel over het gebruik van kunstmatige intelligentie bij de opsporing

Het gaat in het bijzonder om speciale camerasystemen die continu live aan gezichtsherkenning doen. Als je het Frank Hoen, oprichter van actiegroep Amber Alert Europe, vraagt dan moet de politie in Europa uitzonderlijke situaties gebruik kunnen maken biometrische surveillance. “Uit een FBI-onderzoek blijkt dat van de kinderen die dood gevonden worden na een ontvoering 76 procent in de eerste drie uur is vermoord. Het is dus een enorme race tegen de klok”, legt hij uit.

[…]

Ook Frederik Zuiderveen Borgesius, hoogleraar ict en recht aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, is kritisch over het toestaan van uitzonderingen. “Gezichtsherkenning kun je niet op een privacyvriendelijke manier toestaan en tegelijkertijd gebruiken voor opsporing. Als je uitzonderingen toestaat, gaan landen zo’n systeem installeren.” Hij waarschuwt voor een glijdende schaal. “Als je het eenmaal hebt, ook met voorwaarden, kun je ervan uitgaan dat het ook voor andere doelen gebruikt gaat worden.”

[…]

Ook de Europese toezichthouders zijn tegen gezichtsherkenning in de openbare ruimte. Al in 2021 drongen zij aan op een verbod. De risico’s zijn te groot, is hun standpunt. “Elke camera met gezichtsherkenning die we ophangen op straat, in het park, de trein of de bus, is een stap dichter bij een surveillancemaatschappij”, zei Aleid Wolfsen toen, voorzitter van de Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens.