Nederland erkent 17 augustus 1945 als onafhankelijkheidsdag Indonesië
Nederland erkent “volledig en zonder voorbehoud” dat Indonesië op 17 augustus 1945 onafhankelijk werd van Nederland. Dat heeft premier Mark Rutte gezegd in de Tweede Kamer. Op 17 augustus 1945 riep Soekarno, na de Japanse capitulatie, de onafhankelijkheid uit, maar Nederland heeft dat moment nooit officieel willen erkennen.
In 2005 zei toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot wel dat de onafhankelijkheid van Indonesië “de facto” al in 1945 begon, maar officieel hanteerde Nederland nog steeds de datum van 27 december 1949, toen de overdracht van soevereiniteit plaatsvond en Nederland zijn aanspraken op Indonesië opgaf.
Tussen 1945 en 1949 voerde Nederland een oorlog om de macht in de kolonie weer terug te krijgen. Onder druk van met name de Verenigde Staten moest ons land zich uiteindelijk terugtrekken.
Op vragen van GroenLinks en D66 zegde Rutte toe dat hij met zijn Indonesische ambtgenoot zal overleggen om te komen tot een gezamenlijke invulling van die onafhankelijkheidsdag. Hij wees er wel op dat hij zelf al vaak op 17 augustus aanwezig is geweest bij de viering op de Indonesische ambassade en dat de Koning al jaren op die dag een gelukstelegram stuurt naar Jakarta.
‘Erkenning geldt niet juridisch’
Een woordvoerder van premier Rutte liet na het debat weten dat de erkenning van de onafhankelijkheidsdatum niet geldt voor juridische aangelegenheden. De woordvoerder wijst daarbij op contracten die in de periode tussen 1945 en 1949 door Nederland zijn gesloten over zaken in Indonesië. Daar verandert niets aan. Ook de VN blijft volgens hem nog steeds de datum in 1949 hanteren.
Volgens de woordvoerder heeft het onderscheid niets te maken met de vraag of Nederland destijds vier jaar lang oorlog voerde tegen een onafhankelijk land.
Een meerderheid in de Tweede Kamer steunt volmondig de “diepe excuses” die het kabinet heeft gemaakt aan Indonesië voor het extreme geweld tijdens de onafhankelijkheidsoorlog tussen 1945 en 1949. Toch vinden verschillende partijen dat er nog steeds sprake is van “verkeerde beeldvorming” over de rol van de meeste Nederlandse militairen die toen dienden.