In Nederland stijgt de inflatie, tegen de Europese trend in. Waardoor?
Inflatie
Ondanks gedaalde energieprijzen loopt de inflatie in Nederland op. Het duidt op een oververhitte economie, waarin consumenten maar geld blíjven uitgeven.
Terwijl aan menige keukentafel de vraag klinkt of het voordelig is om de energieprijzen voor langere tijd vast te zetten nu ze relatief laag zijn, gaat het met de bredere prijsontwikkeling de andere kant op. De inflatie als geheel stijgt weer in Nederland, zo meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek dinsdag.
Afgelopen mei lagen de prijzen 6,1 procent hoger dan een jaar eerder. In april was dit cijfer 5,2 procent, in maart 4,4 procent. Daarmee lijkt een trend van dalende inflatie, ingezet sinds afgelopen herfst, gekeerd.
Maand op maand is hetzelfde patroon te zien. De prijzen voor consumenten namen in mei met 0,2 procent toe ten opzichte van april, zo blijkt uit de CBS-cijfers. Op maandbasis stijgen de prijzen sinds februari. Dit na een korte periode tussen oktober en februari, waarin het prijspeil wat daalde.
Opvallend is dat Nederland tegen de Europese trend in gaat. In de eurozone als geheel laat de inflatie sinds oktober een vrijwel constante daling zien. Volgens de methode waarmee EU-statistiekbureau Eurostat landen vergelijkt, lag de inflatie in de eurozone in mei op ruim 6 procent, die in Nederland op krap 7 procent. Dat cijfer is overigens wat hoger dan in de meetmethode van het CBS.
Economie oververhit
Waardoor gedraagt de inflatie in Nederland zich anders? Kijk je dieper in de cijfers, dan zie je dat de onderliggende opwaartse druk op de prijzen in Nederland bijzonder hoog is. Een veelgebruikte maatstaf hiervoor is de ‘kerninflatie’, waar de nogal wispelturige energie- en voedselprijzen uit zijn gefilterd. Deze kerninflatie steeg in Nederland dit jaar van 7,1 procent in januari naar 8,2 procent in mei. In de eurozone bereikte de kerninflatie in april een piek van 5,6 procent – om daarna te dalen naar 5,3 procent. Een behoorlijk verschil, zowel in niveau als in richting.