Hans Eijkelboom fotografeert al meer dan dertig jaar mensen op straat. ‘Hoe wij eruitzien wordt bepaald door vier grote bedrijven’

Hpschaefer, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Al meer dan dertig jaar fotografeert conceptueel kunstenaar Hans Eijkelboom over de hele wereld mensen op straat. Geen excentriekelingen of bijzonder stijlvolle mensen, maar de mensen naar wie je eigenlijk nooit naar kijkt, omdat ze niet opvallen. Het gaat hem er niet om mooie foto’s te maken. Eijkelboom wil laten zien hoe we allemaal beïnvloed worden door cultuur waarin we leven. Zijn 36ste boek, met foto’s van stellen in T-shirts die als dominostenen op elkaar aansluiten, is net verschenen.

Hans Eijkelboom is net terug uit Birmingham. Vijf dagen fotografeerde hij er in een enorm winkelcentrum, de Bullring. Tien jaar geleden was hij er al eens – de foto’s die hij daar maakte, resulteerden in het boek The Street & Modern Life – en hij wilde „wel weer eens zien hoe het daar was.”

Al meer dan dertig jaar fotografeert Eijkelboom (73) mensen op straat. Tussen 1992 en 2002 deed hij dat zes dagen per week, tegenwoordig een dag of vier, vijf per maand, meestal op zaterdag.

Hij richt zijn lens niet op de mooie, uitzonderlijk goedgeklede mensen waar in de modewereld populaire fotografen als Scott Schuman (The Sartorialist) en Phil Oh (Mr. Street Peeper) zo dol op zijn, of de paradijsvogels, excentriekelingen en avant-gardistische jongeren waarvoor je je hoofd omdraait op straat. Eijkelboom fotografeert de mensen naar wie je meestal niet kijkt, omdat ze eruitzien zoals heel veel mensen eruitzien. „De gemiddelde mens die naar de stad gaat en wat kleren heeft aangetrokken”, zoals hij het zelf omschrijft.

[…]

Dat u naar de kunstacademie zou gaan, lag waarschijnlijk niet in de lijn der verwachtingen.

„Het is een godswonder dat ik daar terechtgekomen ben, en dat ik het volgehouden heb. Nou ja, ik had een opa die fotografeerde en een nicht die in Arnhem op de academie zat. Dus het is eigenlijk niet heel toevallig. Ik ging ook naar gespreksavonden van de Humanistische Jeugdbeweging – daar heb ik mijn vrouw leren kennen.

„Ik was aangenomen op de academie in Breda, maar een paar dagen voor ik zou beginnen kreeg ik een brief dat ze mij niet wilden hebben omdat ik dingen deed die niet pasten. Ik was aangetroffen met een bord om mijn nek met ‘Ban de bom’ erop of zoiets. Mijn ouders zeiden: dan moet je maar bij een fotowinkel gaan werken. Ik ben op mijn bromfiets naar Ede gegaan om te solliciteren. Maar de moeder van Sheila heeft daar een stokje voor gestoken. Sheila kwam uit een heel ander milieu. Toen ik voor het eerst meekwam naar een feestje, zei haar moeder: het is een leuke jongen, maar hij is wel heel kleinburgerlijk. Ja, ik praatte toen ook nog anders. Haar moeder was bevriend met Zero-kunstenaar Henk Peeters, die les gaf in Arnhem. Ik ben begonnen in Den Bosch, maar hij dacht dat ik op de afdeling Monumentaal in Arnhem handen en voeten kon geven aan mijn geëngageerdheid. En dat was ook zo. Het was een heel idealistische richting, waarbij het draaide om integratie van kunst en architectuur.”

Voor de serie Met mijn gezin (1973) poseerde Hans Eijkelboom met gezinnen van andere mannen. Foto’s Hans Eijkelboom