Pgb-budget steeds vaker te krap: ‘Er is een scheefgroei ontstaan’

Mensen met een persoonsgebonden budget (pgb) komen steeds vaker financieel niet uit, omdat de tarieven van zzp’ers in de zorg flink zijn toegenomen. Dat ziet Per Saldo, een vereniging voor mensen met een pgb. De vereniging kreeg in de eerste maanden van dit jaar al ruim 250 meldingen binnen over te hoge kosten waardoor pgb’s niet dekkend zijn.

Ongeveer 120.000 Nederlanders hebben een persoonsgebonden budget (pgb), een bedrag dat gebruikt wordt om zelf zorg of thuishulp in te kopen.

Scheefgroei

Het probleem speelt bijvoorbeeld bij Nynke Koelma. Zij heeft een progressieve spierziekte en is afhankelijk van hulp bij het wassen en aankleden. Zij ziet dat er een “soort scheefgroei” is ontstaan in wat de verzekering betaalt en wat verpleegkundigen vragen voor zorg.

Zo sprak ze laatst een verpleegkundige die veel ervaring heeft, maar toch niet voor Koelma aan de slag gaat vanwege het prijsverschil. “Ze zat 10 euro per uur boven het bedrag dat mijn verzekering vergoedt.” Koelma krijgt 35 euro per uur voor een zorgverlener. “Toen zei ze dat ze het voor dat bedrag niet doet. Dat was erg jammer.”

Hoe werkt een pgb?

Iemand met een pgb bepaalt zelf wanneer en hoe vaak zorgverleners komen. Een budgethouder houdt alles zelf bij, van het sluiten van contracten tot uitbetaling. Er zijn verschillende soorten pgb’s:

  • WMO: de Wet Maatschappelijke Ondersteuning ondersteunt mensen die zorg nodig hebben om zo lang mogelijk zelf thuis te wonen. De hoogte verschilt per gemeente.
  • WLZ: de Wet Langdurige Zorg is voor jongeren en volwassenen die permanente zorg nodig hebben. Dit budget wordt bepaald door een instantie van het ministerie van Volksgezondheid.
  • ZVW: een pgb bij de Zorgverzekeringswet, bedoeld voor verpleging en verzorging thuis en voor palliatieve zorg.
  • De Jeugdwet: dit budget is bedoeld om begeleiding, dagbesteding of logeeropvang in te kopen.