‘Nederland is één van de vruchtbaarste delta’s ter wereld. Maar we produceren nu te veel voor ons kleine land’

Sjoukje Heimovaara @ WUR

Sjoukje Heimovaara De politiek heeft geen visie voor de Nederlandse landbouw en natuur, ziet Sjoukje Heimovaara, bestuursvoorzitter van de WUR. Ze vreest dat de politiek „van crisis naar crisis blijft struikelen”.

Wel of niet halveren van de veestapel. Het stikstofdoel halen in 2030 of 2035. Het zijn de verkeerde vragen, zegt Sjoukje Heimovaara, sinds 1 juli 2022 de nieuwe bestuursvoorzitter van de Wageningen University & Research (WUR), de combinatie van universiteit en negen onderzoeksinstituten die wereldwijd toonaangevend is op het gebied van landbouw, voeding, milieu, ecologie en bosbouw.

Die doelen voor de korte termijn, „daar gaat het in de waan van de dag over in de politiek en de media. Maar het zijn de verkeerde vragen. Over de grote dilemma’s hebben we het niet”, zegt ze. De vraag zou volgens haar moeten zijn: hoe willen we in Nederland dat landbouw en natuur er in 2050 uitzien? Zonder zo’n visie vreest Heimovaara dat de politiek „van crisis naar crisis blijft struikelen”. En zonder duidelijk vooruitzicht willen ook boeren niet bewegen. Want uit angst voor steeds veranderende regels durven ze niet te investeren. „Als je hun vraagt: waar zou je het meest mee geholpen zijn, zeggen ze: geef mij een perspectief voor twintig jaar.”

Er staat veel te veranderen in Nederland, zegt Heimovaara in haar werkkamer op de zesde verdieping van het bestuursgebouw. „Nederland is één van de vruchtbaarste delta’s ter wereld. Maar we produceren nu te veel voor ons kleine land.” Het tast onze gezondheid aan, de waterkwaliteit is slecht, de biodiversiteit gaat omlaag. Het roer zal om moeten, al was het maar onder druk van alle afspraken waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd – het Klimaatakkoord van Parijs, de Europese Green Deal, de VN-doelen voor duurzame ontwikkeling. „Het is duidelijk dat we niet alles kunnen handhaven”, zegt Heimovaara, die in Wageningen plantenveredeling heeft gestudeerd, en daarna bij onderzoeksinstituut TNO, en plantenveredelaar Royal van Zanten werkte. […]

„De aarde heeft veel last van ons”, zei ze vorig jaar september in haar toespraak bij de opening van het academisch jaar. Heimovaara ziet het als „de grootste opgave van de wereldbevolking om binnen de planetaire grenzen te leven”. De WUR kan daarbij een verschil maken, zei ze, „met onderzoek naar duurzamere voedselsystemen, een betere landinrichting, betere biodiversiteit en duurzamer gedrag”.

[…]

De groep wetenschappers kwam met zeven dilemma’s. Zoals: wil Nederland agrarische producten blijven exporteren, of eerder agrarische kennis? Zien we dieren in de veehouderij als wezens met gevoel, bewustzijn en rechten, of zijn ze ondergeschikt aan de mens? Gaan we landbouw en natuur scheiden of verweven? Durft de politiek beleid te ontwikkelen ten aanzien van de voedselkeuzes van de huidige consument, of niet? Voor een echte visie is het nodig dat de politiek eerst een antwoord geeft op deze vragen, zegt Heimovaara.

„Nu maken we ons druk over stikstof. Maar over een paar jaar krijgen we te maken met de richtlijnen voor waterkwaliteit. En daarna met ambitieuze doelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De landbouw speelt overal een belangrijke rol in. Dus, integreer al die problemen en zoek dan naar een oplossing. Als je alleen naar de korte termijn blijft kijken, zul je van greppel naar greppel blijven struikelen.”

[…]

„Er wordt al heel lang gezegd dat technologie de problemen wel zal oplossen. Maar de experts die al die verschillende rapporten hebben geschreven, komen allemaal tot dezelfde conclusie. Met technologie alleen kom je er niet. En wat belangrijker is, met technologie kunnen we nu een deel van het stikstofprobleem oplossen. Maar dan hebben we de uitstoot van methaan, de druk op het water, en de afname van de biodiversiteit nog niet opgelost. En dat kun je de boeren niet aandoen. Je laat ondernemers naar eer en geweten investeren in mooie nieuwe technologie, om er vervolgens vijf jaar later achter te komen dat er weer een nieuw probleem is.”

Kunnen we nog de tweede landbouwexporteur van de wereld blijven?

„Het antwoord daarop kan best ja zijn. Alleen, de vraag is: wat gaan we exporteren? Zijn dat hoogwaardige, gefermenteerde eiwitten uit planten, bacteriën en schimmels? Of onze briljante duurzame systemen, zoals strokenteelt, of plantaardige alternatieven voor vlees? Als het maar binnen alle afgesproken kaders en richtlijnen valt. Maar zoveel dierlijke productie als we nu hebben, dat kan niet.

„Daar hoort nog wel iets bij. Als we de veestapel hier terugschroeven, is dat goed voor de lokale natuur, de lokale uitstoot, de lokale kwaliteit van water en lucht. Maar blijven wij Nederlanders evenveel dierlijke eiwitten eten, dan exporteren we het probleem de grens over. Dan redden we de grutto, maar offeren we de gorilla.”

U bedoelt dat we ons dieet ook moeten aanpassen? Minder vlees eten?

„Ja.”

Doet u dat zelf al?

„We eten thuis wel vlees, maar niet heel veel. Kaas is een zwak van mij, dat vind ik heel lekker.”

Wat doet u verder voor milieu en klimaat?

„Ik ben zuinig op etensrestjes. Ik gooi zo weinig mogelijk weg. Verspilling is een groot probleem. Een derde van al het wereldwijd geproduceerde voedsel bereikt onze monden niet. Daarnaast heb ik thuis geen droger. Ik vind het onnodig om energie te verspillen aan dingen die vanzelf gaan. Zoals het drogen van was. Of fietsen, dat hoeft voor mij niet elektrisch. Ik probeer ook zo min mogelijk te vliegen. En mijn kleding koop ik vooral tweedehands.”

Heimovaara knikt haar hoofd naar beneden, wijzend op haar kleren. „Niet alles, maar een significant deel is tweedehands”, zegt ze. „Maar ik heb dan wel weer een zwak voor koffie. Ik weet dat de teelt veel impact op het milieu heeft. Maar ik krijg het niet voor elkaar minder te drinken.”