Het opheffen van tramlijnen laat tranen vloeien in Rotterdam

NL RET 2101 Rotterdam 02-04-2013” by peters452002 is licensed under CC BY-NC-SA 2.0

Openbaar vervoer In Rotterdam is veel protest tegen versobering van het tramnet. Een tweet van de VVD-fractie wakkerde de woede aan. „Voor de koning sloven ze zich wel uit.”  

Sheila Kamerman

Met haar bloemetjesboodschappentas in het mandje van haar rollator gaat mevrouw Carla Haslinghuis (85) op pad. Naar gymles. Van haar huis bij de Euromast naar het buurthuis in Spangen, met tramlijn 8. Straks kan dat niet met lijn 8 want de laatste drie haltes worden geschrapt.

„Schandalig”, zegt mevrouw Haslinghuis. Tegen een oudere heer die net is ingestapt. „Vindt u het ook niet schandalig?”

De man: „Ze sloven zich wel uit voor de koning die op Koningsdag komt, maar niet voor ouderen.”

Mevrouw Haslinghuis: „Mensen worden er verdrietig van. Laatst moest iemand huilen toen we erover spraken.”

De verdwijnende trams zorgen voor ophef onder Rotterdammers. Want tram 8 is niet de enige. Er zijn meer tramverdwijningen gepland, ook in andere wijken. Tram 4 verschijnt straks niet meer in Delfshaven. Ook uit Hillegersberg, Rotterdam-Noord, Kralingen en Crooswijk én Schiedam en Vlaardingen gaan (delen van) tramlijnen verdwijnen. Op Zuid wordt de tram verlegd, en ook dát zorgt voor onrust.

De plannen zijn onderdeel van een grote Rotterdamse tramreorganisatie. Het plan komt van de Metropoolregio, het samenwerkingsverband voor het openbaar vervoer in de regio Rijnmond. Die vindt dat het openbaar vervoer moet „meebewegen op een veranderende omgeving”. Minder rendabele lijnen moeten worden opgeheven, op andere tracés moeten trams vaker en sneller gaan rijden, als het even kan op een eigen baan. Tramreizigers moeten soms maar de metro of bus nemen, of een stukje verder lopen.

Dubbelparkeerders op de Binnenweg

Het college ziet de voordelen en heeft het plan „Toekomst vast tramnet” in grote lijnen omarmd. Gevaarlijke straten kunnen na het opheffen van de tramlijn veel veiliger worden ingericht. Zoals de Nieuwe Binnenweg, waar fietsen, auto’s en trams op dezelfde rijstroken vechten om voorrang en dubbelparkeerders regelmatig de boel langdurig verstieren.

Veel Rotterdammers zijn nu boos. Een petitie tegen het tramplan werd 12.000 keer ondertekend en mailboxen van raadsleden stroomden vol.

Op straat blijkt dat mensen niet alleen boos zijn over hun verdwijnende tram maar zich ook niet gehoord voelen. Het besluit was al genomen, ze kunnen nog wat sputteren, maar geluisterd wordt er toch niet.

Op het terras van café Sidonia in Spangen schudden bezoekers achter een glas bier het hoofd. We voelen ons vergeten, zeggen ze. In deze wijk wonen veel ouderen, zegt Joost Goud (68) en zwaait met zijn arm. „Zij gaan met de tram naar de markt, en met de tram weer terug. Zeker met slecht weer. Dan haal je die lijn er toch niet uit?”

„Schandalig” zegt Carla Haslinghuis over het schrappen van de laatste haltes van tramlijn 8. „Vindt u het ook niet schandalig?” Foto Sanne Donders

Emotionele verhalen

De afgelopen weken ging het daarom in het Rotterdamse stadhuis regelmatig over de tram. Er was een avond met zo’n dertig nijdige insprekers – bewoners en leden van wijkraden. Zij hadden emotionele verhalen. Hadden de dames en heren bestuurders weleens met een rollator een bus genomen? Nee? Moesten ze voor de grap eens proberen. 400 meter extra naar een metrostation is voor jongelui goed te doen maar voor een tachtig-plusser een heel stuk. En die liften naar de metro zijn vaak stuk. Of ze stinken naar pis. Sommige ouderen dúrven niet eens in de metro. Claustrofobisch en vaak vol enge figuren.

En hoe moesten jongeren en leraren naar hun middelbare school in Hillegersberg en Schiebroek? En Sparta-supporters naar Het Kasteel (het stadion van Sparta)?

De nieuwe route van de tram in Rotterdam-Zuid zou over een groenstrook gaan waar nu mensen wandelen, op bankjes zitten en elkaar ontmoeten. „De binnenberm is het kloppende hart van de Groene Hilledijk”, zei de inspreker.

Boze Rotterdammers kregen afgelopen week in de gemeenteraad steun van oppositiepartijen. Vooral raadslid Richard Moti (PvdA) stond als een strijdende ridder in de raadszaal. „Dankzij de tram kan Nelson naar school, Latifa naar haar werk en oma Gerritsen naar de markt.” Dat comfortabel, veilig en snel reizen zal de Rotterdammers worden afgenomen, betoogde Moti, door het rendementsdenken van de VVD, met wethouder Karremans voorop.

Wethouder Vincent Karremans (VVD) vond dat als oud-ondernemer een bizarre opmerking want openbaar vervoer is belangrijk maar nóóit rendabel. Het gaat hem om „rendement voor de reiziger”, zei hij. En nu hij daar toch stond, wilde hij maar even zeggen: Rotterdam investeerde zich suf in het openbaar vervoer. Denk maar aan de nieuwe metrolijn naar het strand van Hoek van Holland. „In het Paasweekend moest je staan. Bommetjevol.”

De wethouder verdedigde in de raad het plan met armgebaren en behendigheid. Hij zag een stad die toch al bol stond van openbaar vervoer. Natuurlijk verdwijnen er haltes, maar we krijgen er ook wat voor terug. Hij schetste brede stoepen en terrassen op plekken waar de tram ging verdwijnen, veiligere straten met drempels, die zonder tram wél gelegd konden worden. Uiteindelijk stemde de coalitie voor de plannen, mits er alternatief busvervoer zou komen.

Reddingsplan voor lijn 4

Tot vrijwel ieders verbazing werd er één uitzondering gemaakt. Tram 4 naar het chiquere Hillegersberg blijft behouden. Dat is een wijk met traditioneel veel VVD-stemmers. De coalitie steunde een eigen motie met het reddingsplan voor deze lijn. Opgetogen twitterde de Rotterdamse VVD-fractie even later: „Goed nieuws! Tramlijn 4 door Hillegersberg blijft behouden!”

De tweet wakkerde de boosheid flink aan. „Beschamend”, was de meest gehoorde reactie.

Stien van de Heuvel (79) uit Spangen in lijn 8 kijkt er niet van op: „Wij zijn hier van de arme tak. Hillegersberg is een VVD-wijk.” Zelf deed ze van alles om lijn 8 te behouden. „We hebben handtekeningen opgehaald, petities ondertekend. Ze lijken daar in het stadhuis niet voor rede vatbaar.”

Dat ze straks zelf niet meer voor de deur op de tram kan stappen, vindt ze niet het ergste. Ze is in staat om naar de bushalte verderop te lopen. „Maar daarvoor moet je het dijkje op. Ouderen met een rollator komen daar niet omhoog. Dus kunnen ze niet weg. Dat is toch een beetje sneu.”

FINANCIERING GEEN EXTRA GELD

Het kabinet stelt geen extra geld beschikbaar voor het stads- en streekvervoer. Dat heeft staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA) woensdag herhaald in een gesprek met provinciale bestuurders, die de opdrachtgevers zijn van het openbaar vervoer in hun regio’s, en vertegenwoordigers van vervoerbedrijven.

Die afwijzing werd al verwacht. De provinciale bestuurders hoopten dat het kabinet andere maatregelen dan extra subsidie zou overwegen. Bijvoorbeeld het verlagen van de btw op ov-kaartjes. Maar ook dat is niet aan de orde.

Volgens de bestuurders komen vervoerders volgend jaar 250 miljoen euro tekort. Dat is circa 20 procent van hun budget. In 2025 zou het tekort oplopen tot 300 miljoen. Duurdere energie, hogere lonen, inflatie en een veranderend reisgedrag (meer thuiswerken) zorgen dat het ov „in zwaar weer verkeert”, aldus de bestuurders.

In het hele land moeten vervoerbedrijven hun dienstregeling voor het komend jaar verschralen en mogelijk ook de prijs van kaartjes verhogen. Zo komt stadsvervoerder GVB in Amsterdam volgend jaar 8 tot 10 miljoen euro tekort.

Het GVB diende vorige maand een nieuw vervoerplan in voor 2023 en 2024. Het vervoerbedrijf wil vooral snijden in minder drukke bus- en tramlijnen die stoppen bij dezelfde haltes. De metrolijnen naar het zuidoosten van Amsterdam moeten worden ‘ontvlecht’. Metro’s zullen minder vaak rijden op hetzelfde traject. Reizigers moeten daardoor vaker overstappen.

Op verzoek van de Amsterdamse gemeenteraad heeft het GVB het ov in Noord, Nieuw-West en Zuidoost zoveel mogelijk proberen te ontzien. Dat zijn relatief arme wijken. Ondanks de bezuinigingen wil het college dat het ov een belangrijke bijdrage levert aan het autoluwer maken van de stad.

Vervoerknooppunten (hubs) zouden Amsterdammers moeten helpen om mobiel te blijven. Critici vrezen echter dat met name ouderen en mensen met een beperking nu minder gemakkelijk bijvoorbeeld een taxi voor de deur kunnen nemen, maar eerst naar een hub in de buurt moeten gaan.

Jan Benjamin