Aan plannen geen gebrek, maar minister heeft hele klus aan woningbouwambities
De ambities van het kabinet voor de woningbouw zijn torenhoog: over zeven jaar moet Nederland minimaal 900.000 extra woningen tellen. Aan plannen van minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) geen gebrek, maar ook het aantal tegenslagen is niet mals.
De Jonge is voortvarend aan de slag gegaan met de ambities uit het coalitieakkoord. Hij presenteerde het afgelopen jaar zes beleidsprogramma’s vol met plannen. Zo grijpt hij in op de vrije huursector, moet twee derde betaalbare nieuwbouw worden en wil hij 290.000 nieuwe huizen bouwen die geschikt zijn voor ouderen. En dat is nog maar een greep uit de plannen.
Vorig jaar zijn nog behoorlijk wat woningen gebouwd: ongeveer 80.000, blijkt uit cijfers van statistiekbureau CBS. Maar de komende jaren kan er de klad in komen. Het aantal bouwvergunningen daalde naar 63.000. En dat aantal is flink kleiner dan de ruim 100.000 huizen die het kabinet per jaar wil realiseren.
De Jonge heeft, zoals hij het zelf zegt, te maken met “veel tegenwind”. Of de ambities dan niet bijgesteld moeten worden? “Nee, dat kunnen we ons niet veroorloven”, zei hij in februari. Hij debatteert vandaag opnieuw over de woningbouwopgave met de Kamer.
Waarschijnlijk blijkt dit jaar dat 900.000 woningen zelfs de ondergrens is van het aantal dat we in 2030 nodig hebben. Dat zou een extra tegenvaller zijn, terwijl het lijstje met tegenslagen al lang is.