Kritiek hoge beloning zorgt niet voor een zwart randje aan naderend afscheid, zegt topman Havenbedrijf Rotterdam: ‘Ik verdien dit al negen jaar’
Volgens topman Allard Castelein van het Havenbedrijf Rotterdam zit er geen zwart randje aan zijn afscheid op 30 juni dit jaar. “De gemeente Rotterdam en het Rijk hebben mijn salaris negen jaar geleden vastgesteld. Dat is in die negen jaar niet veranderd”, zei hij donderdag bij de presentatie van de resultaten over het afgelopen jaar.
Volgens Castelein is zijn salaris destijds gebaseerd op de afspraken met de twee aandeelhouders. Dat is enerzijds de gemeente Rotterdam, die 70 procent van de aandelen bezit, en anderzijds het Rijk met 30 procent. Opeenvolgende ministers zijn dus verantwoordelijk, niet hij, bedoelt Castelein. En zij hebben nooit kritiek op de hoogte van zijn beloning gehad.
De gemeenteraad is nu wel kritisch is op het salaris van Castelein: 423 duizend euro per jaar plus bonussen en een pensioenvoorziening in 2021 van bij elkaar bijna 200 duizend euro. Als hij vertrekt in 2023 komt daar nog een vertrekvergoeding ter grootte van zijn jaarsalaris bovenop.
‘Zakkenvullerij’
Deze bedragen overschrijden de grens van het maximum salaris voor personeel van publieke en semipublieke instellingen volgens de Wet Normering Topinkomens, ofwel de Balkenende-norm. Het Havenbedrijf is weliswaar een verzelfstandigd bedrijf, maar wel geheel in handen van de overheid is.
Onder anderen de raadsleden van Leefbaar Rotterdam spreken van ‘zakkenvullerij’. Volgens hen mag het salaris van de haventopman niet over de WNT-norm van 223 duizend in 2023 per jaar uitstijgen. Onlangs bleek bovendien dat in totaal 18 personen binnen het Havenbedrijf meer dan die norm verdienen. Dat mag volgens de kritische raadsleden ook niet. De Rotterdamse wethouder van Financiën Maarten Struijvenberg (Leefbaar Rotterdam) zegt hierover in gesprek te zijn met de andere aandeelhouder, het Rijk.