Euthanasie werd afgewezen, dus was ‘middel X’ voor Lies de enige uitweg. Tot onvrede van haar omgeving

Even na tien uur ’s avonds, op dinsdag 25 oktober 2022, stuurt Lies Jonkman haar allerlaatste Whatsapp-berichten naar een kennis. Iemand met wie ze wel vaker contact heeft over haar ellendige lijden.

„Dag lieve”, begint ze. Ze schrijft dat ze een hele strip slaapmiddelen heeft genomen. Maar ook: een zelfdodingsmiddel dat bekend is onder de naam middel X en iets om braken te voorkomen – zo weet ze zeker dat ze alles binnenhoudt.

„Ik houd van het leven”, typt Lies. Daarna formuleert ze steeds slordiger. „Zo bijzindrondrler.” Iets later: „Misschien ga ik nu wel doid. Geen idee. Zo dootgaan is ook niet zo n gor idee.”

„Lies, wat doe je”, typt de kennis terug.

Ze heeft „geen idee”, antwoordt ze. „Maar als je een ambulance zoy willen sturwm dan mag dat.” En even later: „Is niet leuk deze shit.”

„Ze komen eraan”, stuurt haar kennis, die intussen het noodnummer heeft gebeld.

De verwoede reanimatiepogingen van de ambulancemedewerkers, en later van artsen in het ziekenhuis, halen niets uit. Lies Jonkman overlijdt op 63-jarige leeftijd.

Een winderige januaridag in 2023. In een knusse woonkamer in Almere zitten vier mannen die een belangrijke rol speelden in het leven van Lies Jonkman: haar zoons Remy en Wouter Roodenburg, hun vader Paul Roodenburg en Jonkmans partner Mario Juch. Ze willen vertellen over haar laatste jaren, en wat het voor haar betekende dat euthanasie geen optie was.

„Het is een smerige dood die zij gehad heeft”, zegt Mario, die eerst in het ziekenhuis zag hoe zorgmedewerkers het overlijden van zijn partner probeerden te voorkomen en daarna als eerste naaste in het appartement van Lies kwam. „Ik heb gemerkt dat de gebeurtenissen niet van mijn netvlies afgaan. Ik zag de braaksporen nog op de grond. Die heb ik toen opgeruimd.” Tegen de rest: „Jullie hebben ze niet eens gezien denk ik.” Hij schudt zijn hoofd. „Ik heb er nog steeds geen vrede mee, zoals het is gegaan. Waarom ben je er zo uitgestapt? Waarom ben je weg?”

Lies Jonkman had al meer dan tien jaar last van „laagfrequent geluid” (LFG). Ze voelde bijna constant trillingen in haar lijf, en hoorde iets dat klonk als een stationair draaiende auto in het beste geval en een laaghangende helikopter in het slechtste geval. Ze vond haar lijden door „de tril” ondraaglijk. ’s Avonds kwam ze meestal alleen in slaap met flink wat drank en een slaapmiddel. Lies dacht zelf dat het geluid dat ze hoorde door de almaar toenemende technologie kwam, en dat zij en haar duizenden lotgenoten met soortgelijke klachten daar gevoeliger voor zijn dan anderen. Maar wetenschappelijk is nooit goed onderzocht waarom sommige mensen zeggen dat ze een continu gebrom horen – en soms ook voelen. Voor de aandoening van Lies kwam nooit een diagnose. De GGD noemde het verschijnsel „een complex probleem waarvan niet alle aspecten bekend zijn”. Omdat Lies actief was voor een lotgenotenvereniging hoorde ze weleens dat mensen er vanaf kwamen, bijvoorbeeld doordat ze een bron vonden. Zelf rekende ze daar, na uitvoerige zoektochten, niet meer op.

Laagfrequent geluid

Laagfrequent geluid (LFG) is geluid met lage tonen. Aangetoonde gezondheidseffecten van LFG zijn volgens het RIVM „hinder en in mindere mate slaapverstoring”. In 2021 schreef het RIVM in een rapport over LFG dat er „maatschappelijke onrust” is over het onderwerp, en dat het aantal meldingen bij de GGD over het horen van een bromtoon toeneemt. In het rapport stelt het RIVM dat er weinig over de gezondheidseffecten van LFG bekend is, en dat er meer onderzoek naar gedaan moet worden.