Ambtenaar Sandra Palmen sloeg al in 2017 alarm over de toeslagenaffaire: ‘Als er was geluisterd, had dat jaren leed gescheeld’

Al in het voorjaar van 2017 waarschuwt ambtenaar Sandra Palmen voor ernstige gebreken in het toeslagensysteem. Pas jaren later wordt haar memo openbaar. Hoe kijkt zij terug op de affaire, en op het hardnekkig negeren van haar advies?

Ze wil het gesprek ‘waardig’ voeren. Ze weet dat een ambtenaar met kritiek al gauw gebrek aan loyaliteit wordt verweten. Maar, zegt ze: ‘Ik blijf loyaal aan het recht.’ Sandra Palmen (51) is de ambtenaar bij de Belastingdienst die al in het voorjaar van 2017 alarm sloeg over wat het toeslagenschandaal zou worden. Onder de vlag van fraudebestrijding werden hoge bedragen aan toeslagen onterecht stopgezet en teruggevorderd en zouden duizenden huishoudens gedupeerd raken.

Haar waarschuwing werd terzijde geschoven, haar functie werd uitgekleed en het zou jaren duren totdat het advies, dat bekend zou worden als het ‘memo-Palmen’, naar buiten zou komen.

Op het moment zelf kon ze het niet bevroeden – ‘ik deed gewoon mijn werk’ – maar achteraf noemt ze het schrijven van dat advies life changing. Met lede ogen ziet ze hoe de ellende van gezinnen tot op de dag van vandaag voortduurt. Voor Palmen persoonlijk zijn er ‘minder leuke’ maar ook mooie dingen uit de affaire voortgekomen. Zo merkt ze dat sommige collega’s haar met ongemak bekijken: gaat ze wéér zo’n explosief memo schrijven? Maar ze is ook gevraagd om rechter-plaatsvervanger te worden bij de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter in bijstandszaken. Ze ontwikkelde een dierbare vriendschap met Alex Brenninkmeijer, de oud-Ombudsman die april vorig jaar overleed. En hoewel ze formeel nog onder Financiën valt, heeft ze de bijzondere taak gekregen om onder alle rijksambtenaren rechtsstatelijk handelen uit te dragen.

[…]

Wat belandde er op uw bureau?

‘In november 2016 vroeg een directeur bij Toeslagen die fraude in zijn portefeuille had mij om een advies over dat onderzoek naar het gastouderbureau. Hij voelde zich er niet senang bij. Dat kwam doordat de advocaat die een groot aantal ouders vertegenwoordigde hardnekkig was. En omdat de Nationale Ombudsman een onderzoek naar de zaak had aangekondigd.

‘Al snel werd me duidelijk dat er zaken niet goed liepen. Zo vond ik het vreemd dat de boeken van het gastouderbureau al waren gecontroleerd en dat er geen fraude was vastgesteld. Toch bleef het onderzoek gericht op fraude. En daar werd een methode voor gebruikt waardoor ouders die gebruikmaakten van het bureau volledig klem kwamen te zitten.

‘Die ouders kregen een brief waarin stond dat de uitkering van hun kinderopvangtoeslag per direct stopte. Er stond niet bij waarom. Alleen dat ze moesten bewijzen dat ze recht hadden op de toeslag. Een goede mogelijkheid om bezwaar te maken was er niet. Wat ze helemaal in een onmogelijke positie bracht, was dat ze intussen wel de kinderopvang moesten blijven doorbetalen, want anders kon de conclusie zijn dat ze onterecht toeslag hadden ontvangen en riskeerden ze terugvordering.

‘Je moet bedenken dat het mensen waren met niet zulke hoge inkomens en dus grote bedragen aan toeslag, soms wel 1.000 of 2.000 euro per maand. Ze stonden hun boodschappen af te rekenen bij de supermarkt en hadden ineens geen saldo. Ze begrepen het niet, dachten dat het vast een administratief foutje zou zijn, dat volgende maand zou zijn opgelost.’

Hoe luidde uw advies?

‘Stel deze ouders in het gelijk en ga hen compenseren.’