Wat is een verantwoord sociaal minimum? Voedsel en dak boven het hoofd zijn vanzelfsprekend, maar andere kwesties liggen gevoeliger

Mini street library” by mededeler is licensed under CC BY 2.0

Kun je in Nederland leven zonder smartphone? Is zo’n telefoon een luxe hebbeding, of juist een noodzakelijke toegangspoort tot de samenleving?

Voor dat laatste is veel te zeggen. Bankieren, bijvoorbeeld, kan vrijwel alleen nog elektronisch. Tijdens de Covid-pandemie was de corona-app onmisbaar om ergens binnen te komen. Scholieren krijgen via de klassenapp essentiële informatie over het huiswerk.

En als zo’n telefoon dus géén luxe is, moeten dan ook mensen in de bijstand de middelen krijgen er een te kopen en een abonnement af te sluiten? Bij voorkeur zonder dat ze zich daarvoor een weg moeten banen door een administratief oerwoud van toeslagen?

Over dit soort kwesties zijn de leden van de Commissie Sociaal Minimum deze maanden voortdurend in gesprek. Ze is afgelopen zomer ingesteld door minister Carola Schouten (Armoede, ChristenUnie), als vervolg op een vrijwel unaniem aangenomen motie van Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt. Die stelde de vraag centraal wat mensen minimaal nodig hebben om in de Nederlandse samenleving volwaardig te kunnen meedraaien.

Dat ze kunnen eten en een dak boven hun hoofd hebben, dat is vanzelfsprekend. Maar ook dat de kinderen naar een sportclub kunnen, dat ze die smartphone kunnen kopen, dat ze misschien zelfs een buffertje hebben om de kapotte wasmachine te vervangen?

En dan de vervolgvraag: hoe kan je daarvoor een helder, betaalbaar systeem bedenken – zeg maar, een moderne variant van de Bijstand – dat ook nog eens voldoende draagvlak heeft in de samenleving?

Toekomstbestendig

Stuk voor stuk gevoelige onderwerpen, beaamt commissievoorzitter Godfried Engbersen, hoogleraar sociologie in Rotterdam. Over vijf maanden moet het advies hierover op het bureau van de minister liggen. En in de tussentijd moeten nog veel discussies worden gevoerd. Engbersen stond dan ook niet direct te springen om halverwege over het werk van de commissie te vertellen. Maar eenmaal overgehaald, spat het enthousiasme ervan af. En de ambitie.

Natuurlijk is het de politiek die straks beslist, maar de voorzitter ziet een fundamentele aanpassing voor zich van de uit 1965 daterende Bijstandswet. „We willen echt de contouren schetsen van een toekomstbestendig sociaal minimum, van een systeem dat de komende decennia weer mee moet kunnen. We gaan niet met exacte bedragen komen, maar we zullen wel de richting aangeven”, zegt Engbersen.

Dat enthousiasme klinkt ook door bij commissielid Arjan Vliegenthart, directeur van het Nibud, het nationaal instituut voor budgetvoorlichting. „We gaan helemaal opnieuw, fundamenteel, herijken. Wat heb je nou nodig, anno 2023, om op een minimale manier volwaardig mee te doen? En hoe zorg je ervoor, zonder dat je steeds dat mandje opnieuw moet vaststellen, dat maatschappelijke ontwikkelingen goed worden meegenomen?”

Was de krant vroeger onmisbaar in een huishouden, en werd daar in de berekeningen dus budget voor ingeruimd, nu is dat in veel huishoudens een streamingdienst. Vliegenthart: „Een laptop is voor scholieren onmisbaar en geen luxe meer. En wij gaan ervan uit dat mensen een zeker bedrag voor hun woning kwijt zijn. Maar wat als die sociale huurwoning helemaal nergens meer te krijgen is? Of zo slecht geïsoleerd dat het eerder een doorwaaiwoning is dan een doorzonwoning?”

De Commissie Sociaal Minimum is een uitvloeisel van een, vrijwel unaniem aangenomen motie van Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt in oktober 2021. De opdracht is „onderzoek te doen naar wat een aantal huishoudtypes nodig heeft om rond te komen en om mee te kunnen doen aan de maatschappij, en naar de systematiek van het sociaal minimum, inclusief mogelijke scenario’s hoe de systematiek beter kan aansluiten op wat een aantal huishoudtypes nodig heeft om rond te komen”.

De Commissie, ingesteld in de zomer van 2022, moet uiterlijk 30 juni dit jaar advies uitbrengen. In de commissie zijn onder meer budgetinstituut Nibud, het Sociaal en Cultureel Planbureau, gemeenten en wetenschappers vertegenwoordigd. In het coalitieakkoord was al vastgelegd dat het sociaal minimum iedere vier jaar herijkt wordt. De opdracht aan de commissie maakt daarvan onderdeel uit.