‘Onder aan de streep is bouwen in de stad veel efficiënter’

Even better view over Rotterdam” by Erwyn van der Meer is licensed under CC BY-NC-ND 2.0

Woonwijk Ommoord Een vraag waar het ministerie van Infrastructuur onderzoek naar heeft laten doen: kun je méér bouwen in de stad en tegelijkertijd de mobiliteit verbeteren? Ja, dat kan, blijkt het antwoord.

Je zou denken dat Ommoord een gewilde wijk is, nu Rotterdam zo geliefd is en het woningtekort zo groot. Op de rustige straten, met namen als Heidekruid en Balsemkruid, is het prima voetballen. In de buurt zijn scholen, vier metrostations, een treinstation en een groot winkelcentrum. En wie dat wil, staat binnen een half uur in het centrum van de stad.

Toch spelen hier dezelfde problemen als in veel andere jaren 50- en 60-buurten: de huizen verouderen, de bevolking vergrijst, de voorzieningen kalven af. Een groot deel van de bewoners is ouder dan 65, en woont alleen.

Ommoord is een van de stadswijken die architectenbureau KAW onderzocht, samen met economisch onderzoeksbureau Ecorys en adviesbureau Goudappel. Het verzoek kwam van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De vraag: kun je méér bouwen in de stad en tegelijkertijd de mobiliteit verbeteren – en wat zijn daarvan de kosten en baten ten opzichte van hetzelfde aantal woningen bouwen buiten de stad?

Ja, luidt het antwoord van de onderzoekers, dat kan. En het is nog voordeliger ook. „Er wordt standaard gezegd: bouwen in het groen is goedkoper en makkelijker”, zegt Wout Smits, stedenbouwkundige van KAW Architecten. „Maar dan wordt alleen gekeken naar de kosten voor projectontwikkeling. De maatschappelijke kosten zitten daar niet bij.”

‘Sluimerende opgaven’

In deze wijk, zegt hij al wandelend langs een leegstaand schoolgebouw, zijn veel „sluimerende opgaven”: stijgende energierekeningen, een riolering die moet worden vernieuwd, jongeren die wegtrekken. „Die opgaven zijn er hoe dan ook, of je nu bouwt binnen of buiten de stad. Het is zowel maatschappelijk als financieel gezien veel slimmer om te kijken welke opgaven je met elkaar kunt combineren.”

Het architectenbureau staat niet alleen in die redenering: onder meer corporaties, het College van Rijksadviseurs en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zijn voorstander van „bouwen waar de mensen zijn”.

„In de stad ís al infrastructuur”, zei Rijksbouwmeester Francesco Veenstra onlangs in NRC. „Als je daar woningen bouwt, zitten er meer mensen op elkaar, maar het genereert ook inkomsten om het voor iedereen, in het algemene belang, beter te maken. Je hebt dichtheid nodig om economische en maatschappelijke meerwaarde te creëren.”

[…]

Als je het goed doet, zegt hij, zie je niet eens dat deze wijk is verdicht. „De vrees voor Shanghai-achtige toestanden is echt onterecht. En je krijgt er ook nog eens minder auto’s voor terug.” Want het idee achter verdichten is dat je niet alleen woningen bouwt, maar wijken tegelijkertijd groener, duurzamer, gezonder, leefbaarder maakt. „Onderaan de streep is dat natuurlijk veel efficiënter”, zegt Smits. „Maar de systemen zijn daar niet op ingericht.”