Gemeenten strenger dan nodig bij gemeentelijke belastingen voor minima
Een meerderheid van de gemeenten hanteerde het afgelopen jaar strengere eisen dan nodig voor de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Dat blijkt uit een enquête van de NOS onder zo’n 180 gemeenten. Met name inwoners met weinig spaargeld konden daar de dupe van worden.
Gemeenten heffen belasting voor bijvoorbeeld het ophalen en verwerken van vuilnis, voor gebruik van het riool of voor het bezit van een woning. Inwoners met weinig inkomen en weinig vermogen kunnen kwijtschelding krijgen voor deze belastingen.
Iemand die alleen woont, hoeft de belastingen bijvoorbeeld niet te betalen als diegene minder dan 1775 euro op de bank heeft staan (en ook geen ander vermogen heeft). Voor een alleenstaande ouder of een echtpaar ligt de grens iets hoger.
Hogere grens, buffer nodig
In de praktijk is deze grens veel te laag, zegt André Moerman van de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden. “Het is belangrijk om een buffer op te bouwen om een eventuele tegenslag op te vangen, zoals een kapotte wasmachine of een hoge energierekening. Nu lopen mensen al kwijtschelding mis als ze bijvoorbeeld net hun inkomen gestort hebben gekregen en verder maar een beetje spaargeld hebben.”
Om dit probleem aan te pakken, mogen gemeenten sinds vorig jaar de vermogensgrens ophogen. Een alleenstaande met een saldo tussen de 1775 en 3275 euro hoeft dan bijvoorbeeld ook geen gemeentelijke belastingen te betalen.
“Zo’n buffer heb je echt nodig voor een financieel gezond huishouden”, zegt Moerman. “Daarmee voorkom je schulden. Dat moet je als gemeente niet afstraffen, maar juist belonen.”
Vanaf dit jaar
Ruim de helft van de gemeenten die reageerden op de NOS-enquête hanteerde in december de hogere grens niet. Opmerkelijk, volgens Moerman, want de regels konden al in september worden ingevoerd, voor de belastingaanslag van 2022.
“Ze wisten dat dit eraan zat te komen”, zegt Moerman. “Hier wordt al jaren om geroepen. Als het dan eindelijk is gelukt, moeten gemeenten het wel invoeren. Als ze dat nog niet hebben gedaan voor 2022 dan in ieder geval voor 2023.”
Nader bekijken
Een groot deel van de gemeenten is wel van plan om vanaf dit jaar met de hogere grens te rekenen, maar er zijn ook gemeenten die terughoudender zijn. Zo liet Berg en Dal bijvoorbeeld weten “eerst te willen onderzoeken wat de financiële gevolgen zijn van de maatregel”.
Ook Almere wil eerst de effecten nader bekijken. Daarbij merkt de gemeente op dat er “in Almere relatief weinig inwoners alleen op vermogen worden afgewezen”. Toch is het volgens Moerman in Nederland de meest voorkomende reden om kwijtschelding af te wijzen.
Doordat de gemeenten het beleid niet tegelijk invoeren, maakt het voor inwoners met weinig geld nog meer uit waar ze wonen. In december bleek ook al dat er veel verschillen zijn tussen gemeenten op het gebied van inkomensondersteuning voor armere inwoners.