COMMENTAAR VOLKSKRANT: Als mensen rijker zijn dan goed is voor het land, is de politiek toch echt aan zet

Image used under license from Freestock.com

De tegenstelling arm-rijk dreigt een sociale splijtzwam te worden. Het politieke debat daarover is nog lang niet tot volle wasdom gekomen.

Kan een mens rijker zijn dan goed voor ’m is? Het antwoord zal in hoge mate afhangen van de spreker. Veel minder omstreden is de vraag of een mens rijker kan zijn dan goed is voor z’n land. Sinds het baanbrekende onderzoek van de Britse sociaal-epidemiologen Wilkinson en Pickett uit 2009 weten we dat streven naar enige gelijkheid grote sociale voordelen heeft. Niet alleen voor de armen, maar voor de hele bevolking.

In landen met relatief kleine inkomensverschillen is het onderwijs beter, is er minder criminaliteit, zijn mensen zowel lichamelijk als geestelijk gezonder en is het onderling vertrouwen tussen mensen groter. De hele populatie knapt er van op als niet een kleine bovenlaag van de samenleving op een veel te grote berg geld zit. Dat veel Nederlanders het ook zo voelen, bleek vorige week uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau: de tegenstelling arm-rijk wordt ervaren als de sterkste bron van sociaal conflict.

Het debat daarover is in de Tweede Kamer nog lang niet tot volle wasdom gekomen. Terwijl daar toch echt de oplossing gezocht moet worden. Decennialang verkeerde Nederland in de veronderstelling een tamelijk egalitair land te zijn. En inderdaad zorgt de progressieve inkomstenbelasting voor een redelijk evenwicht in de netto-salarissen. Maar voor de uiteindelijke welvaartsverdeling is dat steeds minder relevant: wie eenmaal vermogen heeft en dat laat renderen, wordt met speels gemak rijker, zonder dat de overheid daarbij nog veel in de weg legt.

Terwijl de portemonnee van gewone werknemers het afgelopen jaar zwaar werd getroffen door de inflatie, berekende zakenblad Quote dat de eigen doelgroep toch weer gewoon wat rijker werd. Die trend is wereldwijd en Nederland scoort hoog in de lijstjes: de rijkste 10 procent heeft ruim 60 procent van het vermogen in handen. Van de overige 90 procent heeft een aanzienlijk deel een negatief vermogen. De verdeling van de winsten van bedrijven geeft die trend wind in de rug: een steeds groter deel van de koek gaat naar beleggers, ten koste van het deel voor de werknemers.

Het aantal adviezen aan het kabinet om nou eindelijk eens de belasting op arbeid te verlagen en die op vermogen en winst te verhogen, is inmiddels niet meer op de vingers van twee handen te tellen. Dan kunnen meteen de grote problemen van de Belastingdienst met ons veel te complexe belastingstelsel worden opgelost.

In navolging van Rutte I, Rutte II en Rutte III begon ook Rutte IV er niet aan. De vermogens blijven grotendeels ongemoeid. De angst om het welvarende deel van de achterban ongerust te maken speelt met name voor de VVD ongetwijfeld een rol. ‘Miljonairs betalen al genoeg belasting in Nederland’, zei partijleider Rutte nog niet zo lang geleden desgevraagd. Maar ook de eerste VVD’ers zijn al gesignaleerd die daar toch anders over denken.

Nu maar hopen dat die stroming dit jaar aan kracht wint, want van Rutte zelf weten we dat hij nooit te beroerd is om zijn inzichten drastisch bij te stellen als de wind draait.

In het Volkskrant Commentaar wordt het standpunt van de krant verwoord. Het komt tot stand na een discussie tussen de commentatoren en de hoofdredactie.