Vlak boven Montreal zit de natuur diep in de problemen. De Canadese stad is de perfecte locatie voor een VN-top over de toekomst van biodiversiteit op onze planeet. 196 landen proberen er komende dag tot een “Parijsakkoord” voor biodiversiteit te komen: wat moet er gebeuren om de uitstervingsgolf van dieren en planten waarin we nu zitten te stoppen?
Op nog geen drie uur rijden is te zien waarom afspraken nodig zijn: de populatie elanden, het nationale dier van Canada, loopt in hoog tempo terug. De oorzaken zijn precies de cocktail van problemen waar de VN-top een antwoord op probeert te vinden: ontbossing, versnipperde leefgebieden, vervuiling, de jacht op wilde dieren, klimaatverandering. Kortom: de manier waarop de mens omgaat met de natuur.
Als dat niet verandert, verdwijnt niet alleen de eland, maar is er straks helemaal geen natuur meer over ten noorden van Montreal. De oneindige taigabossen veranderen langzaam in een kale, dode vlakte.
Gestripte boomstammen
“Toen ik klein was kwam je elanden tegen als je rondreed in het gebied. Nu haast nooit meer”, vertelt Shannon Chief. Haar achternaam is ook haar titel: Shannon is een leider in de Algonquin Nation, een gemeenschap van oorspronkelijke bewoners in de Canadese provincie Quebec.
De Algonquin hebben hier altijd geleefd van de eland. Vlees als voedsel, huiden voor warmte. Maar dat kan niet meer. “Toen ik klein was schoot mijn vader voor de winter een eland, daar haalde onze hele familie de lente mee”, vertelt Shannon. “Nu moeten we zes families voeden met één eland. Er zijn er gewoon niet genoeg meer over.”