7 november 2022
Voor het eerst in jaren doet de Raad van State een uitspraak die bemoedigend is voor mensen die overlast ervaren van houtstook in de buurt. De rechter oordeelde dat gemeenten grondiger en serieuzer onderzoek moeten doen als inwoners overlast ervaren van hout- en pelletkachels.
Het ging in dit geval om een zaak die was aangespannen door de familie Pientka in ’s-Gravenpolder. Die kampt regelmatig met onder meer prikkende ogen en hoestbuien door stook in de buurt. “De gemeente Borsele, waartoe ’s-Gravenpolder behoort, had onderzoek moeten doen,” aldus de Raad van State. De Raad van State vernietigt hiermee een eerdere uitspraak van een lagere rechtbank, die de Pientka’s juist in het ongelijk stelde. De betrokken gemeente (Borsele) stuurde na klachten van Dieter en Marleen Pientka alleen één keer een ambtenaar om poolshoogte te nemen. Dat is onvoldoende, aldus de Raad van State nu, die niet exact aangeeft welke mate van onderzoek wèl afdoende is.
“Kachel is chemisch fabriekje”
De familie Pientka, die zich met luchtmetingen al lang roert in het houtstookdebat, is blij met de uitspraak. “Zo’n kachel is een kleine chemische fabriek. En dat vaak midden in een woonwijk,” zeggen Dieter en Marleen Pientka in de media. “Het zijn als het ware allemaal kleine Tata Steel-fabriekjes. En dat naast jouw open raam.” De uitspraak van de Raad van State is bemoedigend, omdat de bestuursrechter in Den Haag het de afgelopen jaren behoorlijk liet afweten. Sinds 2012, toen de politiek biomassa als wenselijk bestempelde, kregen mensen die overlast ondervinden bijna steevast nul op het rekest. In de praktijk trokken stokers vrijwel altijd aan het langste eind. Rechtszaken werden zonder pardon terugverwezen naar gemeenten, die vervolgens nauwelijks actie ondernemen.
Voor aanpak is wettelijke basis
An sich is het logisch dat de Raad van State eindelijk terug komt op zijn dwalingen van de afgelopen jaren. Voor de aanpak van houtstook is namelijk een sterke wettelijke basis. In het Bouwbesluit staat sinds jaar en dag simpelweg dat het Nederlanders verboden is om vanaf hun erf overlast aan derden te veroorzaken in welke vorm dan ook. Dit verbod geldt ook voor overlast door het verspreiden van rook, geur, stof en roet. Hoewel de bron niet altijd eenvoudig is aan te wijzen (zeker niet als er meer stokers in de buurt zijn zoals tegenwoordig), kan alleen al met de neus doorgaans simpelweg de overlast worden vastgesteld, nog afgezien van andere klachten bij omwonenden als prikkelende ogen, hoestbuien en kortademigheid.
Directeur Michael Rutgers van het Longfonds wees in de media op de rechtstreekse gevolgen van houtkachels, gevolgen die veel verder gaan dan simpele overlastklachten. Rutgers zegt: “750.000 mensen moeten gedwongen binnen blijven als de houtkachels branden.” Het gaat om mensen met een longaandoening, zoals astma, die aanvallen krijgen of kortademig worden door stook in hun omgeving. Er zijn zelfs voorbeelden van mensen bij wie houtstook leidt tot invaliditeit: doordat hun bloed dikker wordt, krijgen ze moeite met lopen. Volgens wetenschappers overlijden in ons land jaarlijks duizenden mensen als direct gevolg van houtstook.
In elk geval is de werkelijke groep die overlast of zelfs gezondheidsklachten ervaart, veel groter dan driekwart miljoen. Zo bleek uit onderzoek van Motivaction en Milieu Centraal enkele jaren geleden, dat omgerekend ruim een miljoen Nederlanders stellen dat ze serieuze gezondheidsklachten hebben als gevolg van houtstook in de buurt. Het RIVM, TNO, Universiteit Utrecht en GGD Amsterdam onderzochten vorig jaar minutieus de gevolgen van houtstook. Het leverde het nodige (extra) wetenschappelijke bewijs op dat houtrook leidt tot onder meer kortademigheid en extra medicijngebruik.
Pleidooi voor houtstookverbod
Hoewel er beduidend meer gestookt wordt en dus meer mensen kampen met de gevolgen, lijkt de animo voor een wettelijk stookverbod licht af te nemen. Uit een recente poll van het Zeeuwse dagblad PZC bleek dat 43 procent van de deelnemers voorstander is van een verbod van houtkachels. Een jaar geleden lag dit percentage nog op 53 procent. Dit bleek toen uit een inventarisatie van Stichting Luchtfonds van alle bekende onderzoeken.
Het percentage voorstanders van een stookverbod groeide overigens sinds 2015 snel, namelijk van 8 procent toen naar 53 procent in oktober 2021. Bij een poll van RTV Noord eind vorig jaar, onderschreef bijna 62 procent van de deelnemers de stelling “Een houtkachel zorgt voor overlast”. Ongetwijfeld draagt de hoge energierekening bij aan de recente afname van het percentage voorstanders van een stookverbod.
“Lokaal stookverbod bij Stookalert”
Leveranciers van stookhout en stookgerei melden niet voor niets al enige tijd recordverkopen. Volgens brancheorganisatie NHK stijgt de vraag naar kachels en houtbrandstof al sinds de zomer van 2021, eigenlijk vanaf het moment dat de gasprijzen sterk oplopen. “De verhogingen van de aardgasprijzen in combinatie met de leveringsonzekerheid laten een groei van het aantal verkochte hout- en pelletkachels van zo’n 30 procent zien,” aldus de NHK eerder dit jaar in een persbericht.
De groeitrend van houtstook kwam enige weken geleden ook in de Tweede Kamer aan de orde. Kamerlid Eva van Esch (Partij voor de Dieren) stelde hierover vragen aan staatssecretaris Vivianne Heijnen. Heijnen zegt over de groei van houtstook: “Het is belangrijk om een goede balans te hebben tussen begrip voor het meer stoken aan de ene kant en voor handhaven bij overlast aan de andere kant.” De staatssecretaris stelt dat ze gemeenten heeft gewezen op hun plicht om op te treden bij herhaaldelijke overlastklachten.
Staatssecretaris Heijnen wijst er verder op dat gemeenten een stookverbod kunnen opleggen als de RIVM een Stookalert afgeeft vanwege ongunstige weersomstandigheden, zoals windstil weer. Maar ze zegt ook: “Er zijn op dit moment nog geen gemeenten die het besluit hebben genomen om al in 2022 een stookverbod tijdens een Stookalert in te voeren.”
De volledige uitspraak van de Raad van State vind je hier.