Ongelijkheid Mensen met lage inkomens zijn het meest gebaat bij een lagere energierekening, maar worden het minst geholpen door de overheid, concludeert de Ombudsman in een nieuw rapport.
Overheidshulp om de energierekening te verlagen komt nauwelijks terecht bij mensen die dit het hardst nodig hebben. Dat concludeert Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen in een vrijdag verschenen rapport.
Van subsidies en regelingen voor verduurzaming profiteren vooral burgers die deze maatregelen zelf ook prima kunnen betalen. De groep die „in de knel dreigt te komen” weet de overheidsregelingen „niet goed of helemaal niet te vinden”, schrijft de Ombudsman. Op gemeentelijke websites is informatie hierover slecht vindbaar of „technisch en ontoegankelijk” geschreven. Daarnaast kan lang niet iedereen gebruik maken van zulke overheidsregelingen.
De Ombudsman ziet vooral een groot verschil tussen kopers en huurders. Huurders zijn afhankelijk van het tempo waarin hun huiseigenaar wil verduurzamen, en kunnen in de tussentijd hooguit kleine maatregelen treffen, zoals tochtstrips en radiatorfolie plaatsen.
Onderzoeksinstituut TNO becijferde een jaar terug dat een half miljoen huishoudens kampt met energiearmoede, zo’n 7 procent van het totaal. Van energiearmoede is sprake als een huishouden een groot deel van het inkomen – vaak 13 tot 20 procent – kwijt is aan energie. Ongeveer driekwart van de energiearme huishoudens huurt bij een woningcorporatie. Een op de acht heeft een koophuis, en een op de acht huurt particulier.
Met woningcorporaties heeft de overheid afspraken gemaakt over verduurzaming – al zal dit nog jaren in beslag nemen. Wie met energiearmoede kampt en particulier huurt, heeft nog meer onzekerheid. Voor deze groep lijkt de overheid „te weinig aandacht” te hebben, schrijft de Ombudsman. „Niet alle particuliere verhuurders zijn bereid of hebben de middelen” om snel te verduurzamen.