De Nederlandse Staat handelt niet onrechtmatig door het verbod op hulp bij zelfdoding te handhaven. Dat heeft de rechtbank in Den Haag woensdag geoordeeld. De zaak werd aangespannen door Coöperatie Laatste Wil (CLW), die vindt dat de Staat zich te veel bemoeit met het recht om zelf over je leven te beslissen.
Op dit moment is het nog verboden om iemand te helpen bij zelfdoding, behalve in bijzondere medische gevallen. Daar zijn wel strenge regels aan verbonden, waardoor sommige artsen het niet aandurven om mensen hierbij te helpen.
CLW stapte naar de rechter, omdat ze wil dat die regels worden versoepeld. De organisatie vindt dat de Staat de mensenrechten schendt door het verbod op hulp hierbij te handhaven. In het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) staat namelijk het recht op zelfbeschikking. Daarmee heb je het recht om zelf te kunnen beslissen over het einde van je leven.
Volgens de rechter valt hulp bij zelfdoding niet onder het zelfbeschikkingsrecht. Ook wijst de rechter erop dat de Staat op basis van het verdrag óók de plicht heeft het menselijk leven te beschermen. Zo moet worden voorkomen dat iemand zichzelf in een opwelling doodt. En als iemand toch dood wil, is de Staat niet verplicht om ervoor te zorgen dat dat op een waardige manier gebeurt.