Een volle stofzuigerzak openknippen, legen, uitwassen en dichtnaaien. De aardappels garen onder een theemuts. Het douchewater opvangen om er de wc mee door te spoelen. Sinds kort kijk ik geïntrigeerd naar de tips die mensen delen in de Facebookgroep ‘Vrekken en consuminderen’. Ze maken er een sport van, moedigen elkaar aan, corrigeren elkaar. Kan het nóg vindingrijker?
Wat ze bindt lijkt vaak niet financiële krapte te zijn, maar een principiële zuinigheid geboren uit zorgen om klimaat en milieu en een behoefte aan autonomie. Ik heb Poetins gas niet nodig, ik heb een kookplaatje van de Action. De groep groeit met vijfhonderd leden per week; niet vreemd, gezien de energiecrisis. En hoe je verder ook denkt over het openknippen van stofzuigerzakken, de leden kijken met een interessante blik naar de wereld. Ze scannen hun omgeving op tekenen van overvloed, en ontwaren overal mogelijkheden voor besparing en hergebruik.
Wat de ‘vrekken’ in het klein doen, wil de overheid in het groot toepassen. Eerder deze maand publiceerde het kabinet een Nationale Grondstoffenstrategie, bedoeld om de beschikbaarheid veilig te stellen van de grondstoffen die nodig zijn voor de energietransitie, de digitalisering en defensie- en zorgtechnologie. Denk aan kobalt, lithium, nikkel, koper en de zeldzame aardmetalen.
[…]
Mondiale wedloop
Minder afhankelijk worden op het gebied van strategische grondstoffen was al een prioriteit van het buitenlandbeleid. Maar de grondstoffenstrategie gaat een stap verder. Er is „een mondiale wedloop gaande om technologisch koploper te worden en een strategische positie te verwerven in de wereldwijde energietransitie”, schrijft het kabinet. Wie niet meedoet, wordt speelbal, is de gedachte.
Nederland gaat meedoen. Als lid van de EU, die komend jaar met een Europese grondstoffenstrategie komt. En zelf, met een breed pakket aan maatregelen. Bovenaan de lijst van actiepunten staat circulariteit. Metalen die opnieuw gebruikt kunnen worden, hoeven niet uit een mijn ver weg te komen. Producten dusdanig ontwerpen dat die metalen er ook weer uit te halen zijn, is dan cruciaal, en daar is innovatie voor nodig. Hier liggen kansen voor Nederlandse bedrijven, hint het kabinet.
„De dichtheid aan koper in een stad kan hoger zijn dan in een kopermijn. In theorie is al dat achtergelaten koper in de stad opgraafbaar.”
Benjamin Sprecher, industrieel ecoloog aan de TU Delft