Banken moeten flink wat tandjes bijzetten van de Europese toezichthouder om inzicht te krijgen en te geven in hoe kwetsbaar ze zijn voor klimaat- en andere milieurisico’s. Uit een onderzoek onder 186 banken blijkt dat het merendeel geen goed beeld heeft hoe hun reguliere bedrijfsrisico’s beïnvloed worden door de klimaat- en biodiversiteitscrisis. Bijna allemaal vertonen ze blinde vlekken bij het identificeren van risico’s en bij meer dan de helft gaat het om grote hiaten, aldus de Europese Centrale Bank.

Bert Scholtens is hoogleraar Duurzaam Bankieren en Financieren (RUG).

Dat is teleurstellend om twee redenen. In de eerste plaats omdat toezichthoudende instanties al vele jaren aankaarten dat banken hun zaken op orde moeten brengen. De voortgang hiervan is echter tergend langzaam. Pas onlangs hebben Nederlandse financiële instellingen een leidraad opgesteld voor wat ze moeten meten en welke elementen in een actieplan thuishoren. En dan moet de uitvoering nog volgen. De nationale en internationale toezichthouders hebben tot nu toe nog geen concrete maatregelen genomen waardoor de financiële sector ‘Paris proof’ wordt. Er hangt geen prijskaartje aan de externe effecten.

De tweede teleurstelling vloeit voort uit het feit dat de banken zélf vinden dat ze het heel goed doen. Onlangs werd bijvoorbeeld middels de Nederlandse bankiersvereniging uit eigen gelederen een bijzonder hoogleraar bij mijn universiteit benoemd die het onderwijs over duurzaam bankieren zou moeten bevorderen. De Nederlandse banken achten zich daartoe bij uitstek geschikt. De Rabobank bombardeerde zichzelf in 2001 reeds tot de duurzaamste bank ter wereld. Dat poogde ABN Amro in 2005 te overtroeven met alomvattend duurzaamheidsbeleid. ING pocht al jaren over haar maatschappelijk verantwoord dna. Als dat waar is, zou er geen vuiltje aan de lucht zijn. Dan zouden we in Nederland al lang onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, zou er geen stikstofprobleem zijn en zouden er geen misstanden rond arbeidsmigranten bestaan.

Ons economisch systeem

De werkelijkheid is anders. De banken financieren volop vervuilende en schadelijke activiteiten. In Europa bungelen we onderaan de lijstjes als het gaat om hoeveelheid duurzame energie. Boeren die willen omschakelen naar biologische landbouw staan in de kou. Duurzaamheid zit níet in het dna van de banken. Zowel de toezichthouder als de banken zijn zich onvoldoende bewust van de ernst en de aard van de problemen. De wetenschap produceert het ene rapport na het andere over de klimaatcrisis en de teloorgang van biodiversiteit. Zij wijst op de noodzaak van het erkennen van de dubbele materialiteit: klimaat- en milieurisico’s vloeien voort uit de manier waarop we ons economisch systeem ingericht hebben. Het is géén externe factor.