De plannen voor het toestaan van meer vluchten op Rotterdam The Hague Airport zorgen voor ophef. Wilma van Dijk, de nieuwe directeur van de luchthaven, spreekt zich voor het eerst uit.
Ze mag dan directeur zijn van een vliegveld waar een fel debat over woedt, en dat volgens een derde van de gemeenteraad zelfs zou moeten sluiten, toch vond Wilma van Dijk de eerste honderd dagen in haar nieuwe functie ‘een feest’. ,,We hebben hier een hele goede operatie gehad in de zomer”, zegt ze in haar werkkamer boven de terminal, met uitzicht op wachtende toestellen. ,,Met heel veel vrolijke passagiers en positieve feedback. Ik heb gemerkt dat mensen hier graag vliegen, maar ook dat mensen hier graag werken. Er is hier een sfeer van: we doen het samen, we gaan aan de slag. Ik zie gewoon dat onze reizigers blij zijn. En dan zijn wij het ook.”
Maar natuurlijk weet Van Dijk (56), voormalig topambtenaar bij het ministerie van Justitie en Veiligheid en daarna werkzaam voor Royal Schiphol Group, dat er een stevig debat wordt gevoerd over de toekomst van de luchthaven. Ook deze week weer, vanwege de uitkomsten van een twee jaar durend ‘participatietraject’, waarin is gesproken over de toekomst van de luchthaven. Belangrijkste uitkomst: er moet minder hinder komen, maar de opmars van stille vliegtuigen biedt wel ruimte om meer te gaan vliegen.
En dat is tegen het zere been van een deel van de omwonenden. De vertegenwoordiger van de Rotterdamse omwonenden stapte al uit frustratie uit het participatietraject, die van Schiedam en Lansingerland bleven zitten maar uitten kritiek op het resultaat.
Hoe kon het zo ver komen?
,,Er is inderdaad een partij uitgestapt, dat is een eigen keuze. Maar er ligt wel een pakket waar heel veel mensen zich voor hebben ingezet. Hebben we consensus op alles? Nee. Had ik dat anders gewild? Natuurlijk. Maar het is ieders goed recht om te zeggen: we zijn het er niet mee eens.”
Zelfs de gemeente Rotterdam stapte op als participant, omdat bewoners onvoldoende gehoord werden. Wat is dan de waarde van dit rapport nog?
,,Er is over van alles wél consensus bereikt. Minder hinder in de nacht, minder ruimte voor vertraagde vluchten na 23 uur, positievluchten vanaf half zeven in plaats van zes uur: dat zijn heel waardevolle dingen. Ik vind absoluut niet dat de participatie is mislukt. Het was zéér waardevol. Natuurlijk hadden de bewoners meer gewild, maar er zaten nog meer partijen aan tafel.”
Hun grootste bezwaar: u wilt de ruimte die ontstaat door stillere toestellen, gebruiken door meer vluchten toe te staan. Waarom is dat nodig?
,,Dat heeft alles te maken met het verdienmodel van luchtvaartmaatschappijen. We moeten wel werken naar een gezonde businesscase. We benutten overigens lang niet de hele ruimte die ontstaat, maar ongeveer een kwart. Ik kan u verzekeren: dat hadden de luchtvaartmaatschappijen graag anders gezien. Dat doet pijn hoor, voor een bedrijf dat trots is op wat het doet. Maar dat is óók een gevolg van die participatie.”
U had ook kunnen zeggen: we blijven evenveel vliegen als nu. Mooi dat vliegtuigen stiller en schoner worden, dat betekent minder geluidsoverlast en vervuiling.
,,Ja, maar het moet wel passen bij een financieel gezonde basis. We willen naar schonere vliegtuigen: daar is geld voor nodig. En er is een vraag, mensen willen vliegen. Dat willen wij faciliteren.”
Luchtvaartmaatschappijen maken na corona weer miljardenwinsten. Die hebben toch geen extra vluchten op Rotterdam nodig om te investeren in duurzaamheid?
,,Nou, als het aantal vluchten niet zou kunnen toenemen, dan heb ik ernstige zorgen of dat nog leidt tot een gezonde financiële basis. Voor zowel de luchtvaartmaatschappijen als de luchthaven. Het geld moet wel ergens vandaan komen. Dat geldt ook voor ons. Geen extra vluchten: dan wordt het voor deze luchthaven een lastige situatie, met alle gevolgen van dien, ook voor de werkgelegenheid die de locatie biedt. Ik hoop dat mensen zich dat ook realiseren.”
[…]
Ook de wijkraad van Schiebroek, de wijk hier vlakbij, is zeer kritisch. Dat zijn gekozen volksvertegenwoordigers.
,,Kijk, ik zit in een proces met heel veel stakeholders. Dat is afgerond en wij gaan nu een aanvraag indienen bij het ministerie. En andere partijen kunnen hun zienswijze indienen. Ook de wijkraad. En daarna is het aan de minister.”