Boy, did someone take that trash out.
Photo by Kenny Eliason on Unsplash

Reinigingsdienst Rotterdam Een van de grootste ergernissen van Rotterdammers: naast de container geplaatst afval. Het ‘treintje’ werkt het efficiënt weg.

Wat die naastplaatser bezielt, moet je niet willen weten, vindt Pano. Dan ga je je bij elke afvalbak opwinden over een stapel laminaat. „Waarom belt iemand niet even grofvuil? Ophalen kost niets. En waarom staat een volle vuilniszak náást de afvalcontainer? En die stapel lege dozen naast de papierbak. Waarom? Waarom?”

Epifanio Obispo Martina (43), roepnaam ‘Pano’, vraagt het zich allang niet meer af. Hij rijdt geconcentreerd en soepel zijn inspectie-route door de Rotterdamse wijk Bloemhof. Van afvalcontainer naar afvalcontainer. Staat er iets naast, dan stapt hij uit en maakt een foto van het afval met zijn tablet. Pano maakt veel foto’s.

Foto’s? Ja, foto’s. Epifanio Obispo Martina maakt deel uit van het NietRNaast-team. Met dat team is de gemeente Rotterdam de strijd aan gegaan met de ‘naastplaatser’. Want afval dat niet ín maar naast de afvalcontainer wordt gezet, is een van de grootste ergernissen van Rotterdammers, blijkt telkens uit leefbaarheidsenquêtes. En er zijn meer negatieve gevolgen, vindt de gemeente. Een vieze straat voelt onveiliger dan een schone. Het afval trekt ongedierte aan. Én als er al wat ligt dan leggen mensen er sneller nog wat rotzooi bij.

[…]

De werkverdeler zit op kantoor en kijkt op zijn computer mee in de app. Hij kan urgente meldingen voorrang geven. ‘Hotspots’, plekken waar vaak afval wordt gedumpt, worden vaker bezocht. Deze aanpak met inspecteurs, runners en vuilophalers – in reinigersjargon „een treintje” – wordt na een proef in enkele wijken inmiddels in heel Rotterdam toegepast.

De nieuwe aanpak werkt behoorlijk goed, zegt Antonio Poeketie (22), collega van Pano. In die zin dat afval eerder wordt opgeruimd. „Het is niet zo dat bewoners hun vuilnis netter gaan aanbieden of minder vaak naastplaatsen.”

Poeketie rijdt over de Dordtselaan in stadsdeel Feijenoord. Stopt, parkeert zijn inspectieautootje soepel op een randje van de stoep, naast een container. „Voor ik dit werk deed was ik geen kunstenaar in het autorijden.” Hij houdt van orde en netheid, zegt hij. Tegelijkertijd ligt beroepsdeformatie op de loer: „Sinds ik dit werk doe, kijk ik in elke prullenbak. Ook als ik in Haarlem ben of zo.”