Het eerste dat je moet weten over de voorstelling Lehman Trilogy is dat de acteurs van Internationaal Theater Amsterdam je door die drie keer een uur heen gaan trekken. Chris Nietvelt versaagt nooit met haar geladen spel, Gijs Scholten van Aschat geniet zelf nog het meest van al die woorden die hij proeft, Aus Greidanus jr. levert een niet te onderschatten laag robuustheid, Maria Kraakman mengt spelplezier met ernstig precieze klemtonen, Hélène Devos biedt haar door alles heen schemerende melancholieke oogopslag, als een kind voor wie je terstond een zak snoep opentrekt, en Jesse Mensah acteert jeugdig elan met de uitstraling van een oude ziel. Levendige vertellers zijn het, en die heb je nodig.
Het tweede dat je moet weten is dat Lehman Trilogy verteltheater is. Het is een historisch verhaal dat grotendeels over mensen wordt verteld, in de derde persoon, en niet wordt uitgebeeld of gespeeld. Dat valt niet altijd mee. Sommige passages worden wel gespeeld, in korte dialogen waarin de acteurs plots in de ik-persoon spreken. Dan zie je meteen hoe leuk theater is, hoe leuk het is om iets te zien ontstaan en te ervaren, en hoe leuk die acteurs dat doen.
Want het derde dat je moet weten is dat Stefano Massini, de auteur van het stuk, een bloedeloze tekst schreef. De samenvatting klinkt belangwekkend en interessant: anderhalve eeuw beslaat de familiegeschiedenis van de Lehman Brothers, die begint bij drie broers, Duitse joden, die halverwege de negentiende eeuw emigreren naar Amerika, daar hun fortuin maken als handelaren, een bank beginnen en dan uiteindelijk het middelpunt worden van de bankencrisis van 2008, waarin ze een van de rotte appels zijn, zwendelaars met ondeugdelijke hypotheken, en ten onder gaan.