Klimaattop
Al bijna dertig jaar wordt erop aangedrongen door kwetsbare landen: de erkenning dat klimaatverandering ernstige schade veroorzaakt en in de toekomst nog veel meer schade gaat veroorzaken. En vooral de erkenning dat het ene land een veel grotere verantwoordelijkheid heeft voor het ontstaan van die schade dan het andere. De afgelopen week is op de klimaattop in Sharm-el-Sheikh eindelijk besloten om het onderwerp, dat in de onderhandelingen Loss and Damage wordt genoemd, officieel op de agenda te zetten. Zelfs als de top, die nog tot eind volgende week duurt, verder weinig oplevert, is dit een belangrijk besluit.
Het had al veel eerder moeten gebeuren. Want het is pijnlijk onrechtvaardig dat kwetsbare landen, uiteenlopend van kleine eilandstaatjes in de Stille Oceaan, tot de armste landen in Afrika, hard worden geraakt door de gevolgen van klimaatverandering, zoals stormvloeden, overstromingen, langdurige droogte en steeds onvoorspelbaarder weer, zonder dat ze daar zelf iets aan kunnen doen. En het is nog pijnlijker dat de landen die de opwarming van de aarde hebben veroorzaakt veel minder last hebben van de gevolgen. Niet omdat ze er minder door worden geraakt, maar omdat ze het geld hebben om zich ertegen te wapenen en om de schade te herstellen.
[…]
Het laat zien dat rijke landen nog steeds hun verantwoordelijkheid niet erkennen. Jacob Werksman, directeur-generaal voor klimaatactie van de Europese Commissie, wees deze week op de strikte voorwaarden voor de discussie over schade. Die mag niet gaan over „aansprakelijkheid en financiële compensatie” en er is tijd nodig om tot afspraken te komen – uiterlijk tot 2024. Ook volgens minister Sigrid Kaag (Financiën, D66), in Sharm-el-Sheikh benoemd tot co-voorzitter van een groep van zo’n tachtig ministers van Financiën die nadenken over klimaat en financieel beleid, is „in gesprek zijn” over schade niet hetzelfde is als het erkennen van schuld.