Op 28 juni 2019 heeft het kabinet het Klimaatakkoord gepresenteerd en zijn we begonnen met de uitvoering. In het akkoord staan meer dan 600 afspraken om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. Verschillende ministeries zijn verantwoordelijk voor de uitvoering:
- Economische Zaken en Klimaat voor Elektriciteit en Industrie,
- Binnenlandse Zaken voor Gebouwde omgeving,
- Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor Landbouw en landgebruik,
- Infrastructuur en Waterstaat voor Mobiliteit.
Hieronder vind je het complete akkoord en korte samenvattingen van de afspraken en links naar meer informatie.
Elektriciteit In 2030 komt 70 procent van alle elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Dat gebeurt met windturbines op zee, op land en met zonnepanelen op daken en in zonneparken. Tegelijk groeit de vraag naar elektriciteit. Auto’s worden elektrisch, de industrie vervangt olie en gas door schone stroom. Gebouwen gaan van het gas af en zullen meer stroom nodig hebben voor verwarmen en koken.Omdat de stroomvoorziening meer afhankelijk wordt van het grillige weer zijn veel maatregelen nodig om de levering betrouwbaar te houden.Lees meer over de afspraken in de sector Elektriciteit.
Gebouwde omgeving In 2050 moeten 7 miljoen woningen en 1 miljoen gebouwen van het aardgas af. Dat betekent isoleren en gebruikmaken van duurzame warmte en elektriciteit. Er moet flink wat gebeuren, maar daar is 31 jaar de tijd voor. Als eerste stap moeten in 2030 de eerste 1,5 miljoen bestaande woningen verduurzaamd zijn.Dat gaat wijk voor wijk, maar wel in een steeds hoger tempo. De gemeentes weten in 2021 welke wijk, wanneer aan de beurt is. Bewoners worden daarbij betrokken. Het is de bedoeling dat de investering in verduurzaming betaald kan worden uit de opbrengst van een lagere energierekening. Lees meer over de afspraken in de sector Gebouwde omgeving.
Industrie In 2050 is de industrie circulair en stoot vrijwel geen broeikasgas meer uit. De fabrieken draaien dan op duurzame elektriciteit uit zon en wind of energie uit aardwarmte, waterstof en biogas. De grondstoffen komen uit biomassa, reststromen en -gassen. De restwarmte gebruikt de industrie zelf of levert die aan de tuinbouw of gebouwen en woningen. De industrie is dan naast gebruiker van energie ook producent en buffer van energie.In 2030 moet de industrie al flink minder CO2 uitstoten. Dat is een tussenstap op weg naar volledige duurzaamheid. Veel van de nieuwe manieren van produceren staan nog in de kinderschoenen en zijn nog te duur. Bedrijven investeren zelf in deze vernieuwing. Er is ook subsidie om de ontwikkeling op gang te krijgen. Op die manier kan de industrie uitgroeien tot de meest CO2-efficiënte industrie in Europa, en wel op een manier die de internationale concurrentiepositie niet in gevaar brengt.Lees meer over de afspraken in de sector Industrie.
Landbouw en landgebruik In 2050 moet de landbouw en het landgebruik klimaatneutraal zijn. Een ingewikkelde uitdaging, daar een deel van de uitstoot van broeikasgas niet te vermijden is: koeien produceren methaan en uit kunstmest komt lachgas vrij, beide broeikasgassen. Anderzijds legt de sector ook CO2 vast: in de bomen, de bodem en het gras. Dat draagt weer bij aan de reductiedoelstelling.Het klimaatbeleid staat ook niet op zichzelf, maar is onderdeel van de noodzakelijke verduurzaming van onze voedselproductie en -consumptie. Er is dan ook zo veel mogelijk synergie gezocht met andere doelen, zoals beschreven in de visie Landbouw, Natuur en Voedsel ‘Waardevol en verbonden’. Voor ondernemers is dit van groot belang, omdat de verschillende maatregelen samenkomen op het boerenerf. Een integrale aanpak maakt de slagingskans groter.Lees meer over de afspraken in de sector Landbouw en landgebruik.
Mobiliteit Mobiliteit in 2050 is emissieloos en van hoge kwaliteit. Nog niet alle oplossingen zijn voorhanden. Bijvoorbeeld voor het vrachtvervoer. Maar het moet wel schoner, slimmer en dus anders. Hierover zijn tientallen afspraken gemaakt tussen betrokken partijen en de overheid. Die zorgen dat er voor 2030 structurele veranderingen in gang worden gezet. Elektrisch rijden is daarbij belangrijk.Lees meer over de afspraken in de sector Mobiliteit.
Samenhang tussen sectoren Sommige onderwerpen spelen in een aantal of in alle sectoren tegelijk. Om de transitie naar een CO2-arme samenleving te maken is op een groot aantal terreinen afstemming nodig. Denk aan afstemming van het elektriciteitssysteem en transport, maar ook arbeidsmarkt en scholing, en kennis en innovatie.Lees meer over de thema’s voor een goede samenhang tussen sectoren.