Je hoeft niet gestudeerd te hebben om te zien dat er door de vergrijzing een onhoudbare situatie ontstaat, zegt Marcel Canoy. Naast het klimaat behoort de ouderenzorg tot het grootste financiële blok aan het been van toekomstige kabinetten. Maar bezuinigen en burgers meer laten betalen, is volgens hem niet de oplossing. Dat is het product van ‘cijferfetisjisme’ dat een blinde vlek veroorzaakt in het politiek debat.
Marcel Canoy hield dinsdag zijn oratie als bijzonder hoogleraar gezondheidseconomie dementiezorg aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Dementie heeft vele gezichten en een grillig ziektebeeld dat van dag tot dag kan verschillen. Menselijke maat is cruciaal, betoogt Canoy. „Maar dingen die we niet kunnen uitrekenen, bestaan niet. Dus terwijl iedereen het erover eens is dat burger-initiatieven, menselijke maat, meer solidariteit, of grotere sociale cohesie een enorme maatschappelijke opbrengst hebben en de uitgaven kunnen verlagen, tellen die niet mee in de modellen van het Centraal Planbureau. Dat is gewoon boerenverstand. Het gevolg is dat we niet meer naar die oplossingen kijken en er nu naargeestige scenario’s worden doorgerekend. De wereld van spreadsheets en modellen domineert.”
Minister Conny Helder (Langdurige Zorg, VVD) lanceerde vóór de zomer een nieuwe aanpak van de ouderenzorg om het maatschappelijke geld- en personeelstekort te beheersen. Haar credo: zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan.
Canoy heeft er moeite mee. „Thuis als het kan is maar voor een deel van de mensen weggelegd. En het klinkt alsof we alles in het werk moeten stellen, hoe duur het ook is, om mensen in hun eigen huis te laten wonen. Terwijl dat soms heel onverstandig is en mensen dat niet willen. Zelf als het kan heeft de afdronk van ‘zoek het zelf maar uit’. En digitaal als het kan? Met beeldbellen gaan we de problemen in de ouderenzorg niet oplossen.”
LEES MEER OP NRC