Terwijl ik in het laatste weekend van oktober in een dun T-shirt over straat loop, denk ik aan de mensen die een Vermeer met soep besmeuren abnormaal vinden. Wat een goede week was het voor het klimaat. Nou ja, het was absoluut geen goede week voor het klimaat natuurlijk, dat is het al decennia niet, maar wel voor het gesprek óver het klimaat. Tweesecondenlijm, zeven dagen aandacht.

De manier waarop het tot stand kwam, daarover schieten mijn gedachten alle kanten op. In Londen snapte ik het niet: waarom soep, waarom Van Gogh, waarom díé van Gogh en o, de scháde! Toen bleek dankzij het glas de soep niet zo heet gegeten te worden als hij tegen het schilderij was gesmeten. In Potsdam puree tegen een Monet: oké, dit wordt dus een trend, wanneer is Nederland aan de beurt? Ik verwachtte erwtensoep. Gemiste kans.

Ik voel dezelfde wanhoop als deze activisten, maar kan het museumvandalisme nog steeds niet helemaal rijmen met hun idealen. Een van de activisten in Londen legde uit te beseffen dat het een belachelijk willekeurige vorm van protest is, maar dat mensen nu in ieder geval wél luisteren.

[…]

Maar toen suggereerde oud-museumdirecteur Wim Pijbes vrijdag in een tweet dat de „havermelkcappuccinojeugd” die een statement wil maken, eens moest denken aan Jan Palach, de activist die zichzelf in 1969 in brand stak uit protest tegen de invasie van Tsjechoslowakije – waarna hij overleed. De tweet werd verwijderd, het dédain bleef kleven, beter dan de beste lijm.

Je zou bijna blikken soep gaan inslaan.

Frank Huiskamp