Zes jaar geleden begonnen de voetballende broers Siem en Luuk de Jong een kledinglijn. Hun merk ‘2050′ onderscheidt zich door de duurzame productie. Ze maken zich zorgen over het klimaat. ‘Straks wonen onze kinderen op een onleefbare wereld.’
‘Moet ik een sweater aan of een hoodie? Wat vind jij, Siem?’ Terwijl Luuk de Jong speurt naar de juiste outfit voor de foto geeft Siem de Jong een rondleiding door een pand nabij de ringweg van Amsterdam met vele felverlichte ruimtes vol dozen, rekken met kleding en bureaus met naaimachines erop. Zes jaar geleden begonnen de voetballende broers een kledinglijn, daar kwam een flinke werkplaats annex opslagruimte bij zodat hun kleding duurzamer geproduceerd kan worden.
Dat laatste is belangrijk voor ze, en willen ze graag uitdragen. Als ze allebei zijn gaan zitten voor het interview volgt direct een kort overleg.
Siem de Jong (33, ex-Ajax, nu De Graafschap): ‘Moeten we dit nou een fabriek of een atelier noemen?’
Luuk de Jong (32, ex-Barcelona, nu PSV): ‘Bij een fabriek denk je aan grote vervuilende pijpen. Bij een atelier meer aan kunstenaars.’
Siem: ‘Maar we willen dat andere kledingmerken hier ook duurzaam komen produceren. Atelier klinkt als iets exclusiefs.’
Voetballers in de mode is geen noviteit. De Jong en De Jong willen zich met hun nieuwe merk ‘2050’ (spreek uit: twentyfifty) onderscheiden door de duurzame manier waarop het gemaakt wordt en de boodschap die ervan uitgaat.
Siem: ‘In het jaar 2050 moet de aarde klimaatneutraal zijn, zo is het streven van de EU althans. Iedereen weet dat er een enorm gevaar dreigt, dat de aarde te snel opwarmt. Toch zie je niet veel mensen die ernaar handelen wat ik met al die andere crises die er spelen ook wel begrijp.’
Luuk: ‘Het is niet dichtbij genoeg, raakt mensen nog niet direct, althans niet iedereen.’