Felle politieke strijd om huurrecht: VVD en CDA willen af van huurcontract bij de verkoop van het huis

A wooden signage beside the wooden house
Photo by Ivan Samkov on Pexels

In de Tweede Kamer ontbrandt een felle strijd om de rechten van huurders. In reactie op het wetsvoorstel van PvdA en CU om tijdelijke huurcontracten te verbieden, willen VVD en CDA verhuurders nu juist het recht geven huurders uit huis te zetten als zij het huis willen verkopen.

De Kamerleden Nijboer (PvdA) en Grinwis (ChristenUnie) zijn verbouwereerd over het initiatief van de regeringspartijen. ‘Dit doorkruist het geldende principe ‘koop breekt geen huur’.’ In een brief roepen zij de rest van de Kamer ‘met klem’ op niet voor het plan te stemmen. Zij vrezen voor een ondermijning van hun eigen initiatief om tijdelijke huurcontracten sterk te ontmoedigen. Dat verdedigden zijzelf de afgelopen weken in de Kamer.

Nijboer en Grinwis zijn totaal verrast door de nieuwste ontwikkeling, zeggen ze. ‘Wij willen de zekerheid voor huurders vergroten. De amendementen van VVD en CDA vergroten juist de onzekerheid. Dit ondergraaft het geldende huurrecht.’ Nijboer zegt desgevraagd dat de initiatiefnemers hun hele wetsvoorstel niet meer in stemming brengen als de wijzigingen van VVD en CDA dinsdag door een meerderheid worden overgenomen. ‘Dan gaan we dit niet verdedigen in de Eerste Kamer’, aldus Nijboer.

Kamermeerderheid voor ban op tijdelijk huurcontracten

PvdA en ChristenUnie lijken komende week te kunnen rekenen op een Kamermeerderheid voor hun voorstel om tijdelijke huurcontracten in de ban te doen. Een vast huurcontract moet weer de norm worden in plaats van het flexibele huurcontract, zo regelt hun initiatief. Daarmee draaien zij een wetswijziging uit 2016 terug. Een tijdelijk contract blijft alleen in bepaalde uitzonderingen mogelijk, zoals voor studentenkamers.

[…]

‘Fundamenteel recht huurders op het spel’

PvdA en ChristenUnie tonen zich niettemin zeer bezorgd en waarschuwen de rest van de Kamer dat een fundamenteel recht van huurders op het spel staat, namelijk het principe dat een huurovereenkomst bij verkoop van de woning automatisch overgaat op de nieuwe eigenaar. Die krijgt de huurders er dus bij, onder dezelfde huurvoorwaarden.

Het gaat niet om een kleine groep huurders, benadrukken de Kamerleden Nijboer en Grinwis. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat het gaat om meer dan 220 duizend huurwoningen van kleine verhuurders. ‘Deze groep verhuurders heeft een sterk financieel belang om de nieuwe opzeggingsgrond standaard op te nemen in hun huurovereenkomsten. Een niet-verhuurde woning is immers meer waard bij verkoop. Als gevolg daarvan kunnen in de toekomst mogelijk 550 duizend huurders elk moment op straat komen te staan als de verhuurder wenst te verkopen.’

Ook de Woonbond, die de belangen van huurders behartigt, toont zich in een verklaring zeer bezorgd. ‘Zo dreigt een wet die bedoeld is om huurders meer zekerheid te geven, straks het tegendeel te doen voor veel particuliere huurders. Om de verkoopwinst bij verkoop voor kleine beleggers te vergroten, wordt hun woonzekerheid opgeofferd.

In een ander voorstel willen VVD en CDA regelen dat het ook makkelijker wordt om een huurcontract op te zeggen als de verhuurder een eerstegraads familielid in het huis wil laten wonen, zoals een studerend kind of de (schoon)ouders. Ook dat zou alleen gaan gelden voor mensen die slechts één woning verhuren. PvdA en CU zijn eveneens principieel tegen dit voorstel.

‘Weer CDA en VVD’, aldus Kwint. ‘Die dachten we moeten iets met die nieuwe bestuurscultuur. Amendementen indienen zonder dat iemand er iets over kan zeggen. Misschien is dat wat”.’