Wetenschappers adviseren Jetten: maak tempo met klimaatbeleid en betrek burger erbij
Om Nederland klimaatneutraal te maken, moeten alle burgers mee kunnen doen en het tempo flink worden opgevoerd. De beloning is een schoner en stiller Nederland met minder auto’s, groene steden en een gevarieerder buitengebied. Dat schetsen de deskundigen die op verzoek van klimaatminister Jetten hebben onderzocht wat er nodig is om in 2050 klimaatneutraal te zijn. De overheid mag keuzes niet langer voor zich uit schuiven, waarschuwen ze.
“Nederland wordt een prettige samenleving waarin we meer met het openbaar vervoer reizen en minder met de auto. Waar we wonen in compacte groene steden en dorpen met voorzieningen op loopafstand.” Dit is het toekomstbeeld van een Nederland dat niet langer afhankelijk is van fossiele brandstoffen, schrijven de energie-experts, economen, bedrijfskundigen, klimaat-, gedrags- en maatschappijwetenschappers in hun 150 pagina’s tellende rapport.
Ook het landelijk gebied verandert van karakter: gevarieerder, minder veeteelt en ruimte voor de teelt van andere gewassen en natuurlijke grondstoffen.
Op termijn komt de meeste energie uit elektriciteit, zo’n 70 procent, voornamelijk afkomstig van windparken op zee. Waterstof heeft een beperkte rol, maar is voor de industrie onmisbaar. Voor een deel van onze energie blijven we afhankelijk van biomassa. “Dat laatste is een gevoelig punt”, zegt Heleen de Coninck, hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven en een van de opstellers van het rapport. “We weten natuurlijk dat het moeilijk is om biomassa duurzaam te produceren. Maar voorlopig kunnen we nog niet zonder.”
Systeem veranderen
Om de energietransitie te laten slagen is het volgens de wetenschappers ook nodig om de energievraag te beperken. Ze zien daarvoor veel mogelijkheden in lokale energiesystemen. In 2050 zou een groot deel van de wijken energieneutraal of zelfs energiepositief moeten zijn. In deze wijken wordt weinig energie verbruikt, en de energie die ze zelf opwekken blijft grotendeels in de wijk. Daarmee worden de hoogspanningsnetten minder belast.
Het aanpakken van de overbelasting van het stroomnetwerk als gevolg van de elektrificatie is een van de meest urgente zaken voor de komende tijd. Maar de tijd dringt ook voor de transitie in de industrie. Daar zal koolstof altijd nodig blijven. In het plan gaan de wetenschappers in op alternatieve bronnen hiervoor en hoe de industrie in de toekomst koolstof uit de lucht kan halen.
Maar, waarschuwt De Coninck, het gaat niet alleen om een technische verandering, niet alleen energiebronnen moeten verduurzamen. Het gaat echt om een systeemverandering, zegt ze. “Nederland ziet er in ons plan in 2050 heel anders uit: hoe we leven, hoe we wonen, welke industrieën we hebben”.
Burgers voorop stellen
Betrokkenheid van burgers en rechtvaardigheid noemen de experts als een van de belangrijkste voorwaarden voor een geslaagde energietransitie. “Om onze klimaatdoelen te halen moet ons energiesysteem binnen twintig jaar CO2-neutraal zijn. Dat lukt alleen als we de burger voorop stellen en hun kansen en ondersteuning bieden om mee te doen, nu, hier, later en elders.” Dat zegt Aniek Moonen, voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging en medeopsteller van het rapport. In de expertgroep zit ze, net als de anderen, op persoonlijke titel.
Als voorbeeld van een rechtvaardiger energiebeleid noemt ze het zo snel mogelijk aanpakken van slecht geïsoleerde woningen en investeren in lokaal opgewekte energie.
Overheid moet voortouw nemen
De overheid moet op veel punten de regie nemen, staat in het rapport. Die moet keuzes maken over ruimtelijke ordening, maar ook over de toekomst van industrie in Nederland. De Coninck: “Het kabinet moet gaan nadenken over wat voor industrie je denkt te hebben in 2050. Is het nog dezelfde als nu?”
Ook de voorzitter van de expertgroep, Bernard ter Haar, noemt sturend beleid belangrijk. “Vanaf nu moet al het werk zich richten op de wereld van 2050. Lastige keuzes zijn de afgelopen decennia vaak vermeden. Dat zal niet meer kunnen, keuzes kunnen niet worden uitgesteld.”
Wat de minister precies met het advies gaat doen, blijkt later dit jaar. Dan komt het kabinet met het Nationaal Plan Energiesysteem 2050 (NPE). Eerder zei de minister dat dit advies belangrijke bouwstenen levert voor dat plan.
Voor kernenergie zien de wetenschappers een geringe rol. In het 2050-scenario dat de experts schetsen is er nog maar een heel klein deel regelbaar vermogen nodig, omdat er veel door wind opgewekte energie omgezet wordt in waterstof, er minder energie wordt gebruikt en opslagmogelijkheden beter zijn. Kernenergie zorgt zeker voor leveringszekerheid, maar is dan volgens de wetenschappers wel een dure optie. “Bij een overvloedig aanbod van wind- en zonne-energie zullen kerncentrales niet zonder meer volcontinu kunnen draaien, waarmee ze dure elektriciteit zullen produceren.” Ze raden aan geen ‘onomkeerbare stappen’ te zetten.