Onderzoeker corrigeert zichzelf: fossiele subsidies bedragen niet 17,3 maar 30 miljard
Hij is de man achter ‘het getal’. Bij elke A12-blokkade van Extinction Rebellion prijkt het weer op de spandoeken: de ‘17,5 miljard’ (naar boven afgerond) die jaarlijks zouden worden betaald aan fossiele subsidies.
Het cijfer komt niet van de Nederlandse overheid, maar uit een berekening van Alman Metten (74), economisch onderzoeker en voormalig Europarlementariër voor de PvdA. De afgelopen maanden is hij opnieuw gaan rekenen met nieuwe CBS-informatie. Zijn bedrag was al hoog volgens critici, nu komt hij uit op een nog hoger bedrag: in 2019 en 2020 zouden elk jaar grofweg 30 miljard euro aan fossiele subsidies indirect naar het bedrijfsleven zijn gegaan.
Fossiele subsidies zijn bijna nooit directe betalingen, maar vooral potentieel gemiste inkomsten voor de staat, omdat grote energieverbruikers relatief véél minder energiebelasting betalen dan burgers en andere bedrijven. Dat is het gevolg van verschillende fiscale tarieven, vrijstellingen en kortingen. Daarbij gaat het niet alleen om voordelen voor de zware industrie zoals Tata Steel en Shell , maar veel breder: over al het gebruik van fossiele energie (gas, kolen, olie) door het bedrijfsleven.
Minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) heeft gezegd dat hij in het voorjaar meer duidelijkheid zal geven over de omvang van fossiele subsidies. Metten licht aan de telefoon zijn nieuwe berekening toe.
Hoe kan uw nieuwe berekening nu zoveel hoger uitpakken?
„Er is een betere berekening mogelijk doordat er veel preciezere cijfers zijn. Het CBS heeft op verzoek van de ministers van Financiën en Economische Zaken de verbruiksgegevens voor gas en elektra per belastingschijf verzameld en gepubliceerd. Daarnaast is er meer informatie gepubliceerd over de belastingvrijstellingen die er zijn.
„Veruit de grootste fossiele subsidies zijn de degressieve energiebelasting voor met aardgas en fossiel opgewekte elektriciteit en belastingvrijstellingen. Er is een getrapte tariefstructuur van energiebelasting, waardoor de allergrootste energieverbruikers (denk aan fabrieken) véél minder energiebelasting betalen dan huishoudens en de meeste bedrijven. In 2019 betaalden huishoudens voor 1 kubieke meter aardgas bijvoorbeeld 22 keer zoveel energiebelasting als grote fabrieken. Juist de honderden grootste verbruikers missen zo een sterke prikkel om zuiniger met energie om te gaan.
„Daarnaast tel ik ook de gemiste btw mee. Over energiebelasting betaal je btw, dus ik heb ook berekend hoeveel btw we op deze manier mislopen. Dat hoort wat mij betreft ook bij de fossiele subsidies.”
In 2019 betaalden huishoudens voor 1 kubieke meter aardgas 22 keer zoveel energiebelasting als grote fabrieken
Alman Metten
Is het fair dat u alle energiebelasting die wordt betaald afzet tegen schijf 1: het hoogste tarief? De tarieven voor fabrieken zijn lager vanwege concurrentieoverwegingen en het ministerie van Economische Zaken heeft eerder gesuggereerd dat de vergelijking met schijf 1 willekeurig gekozen is.
„In het advies dat de regering zelf heeft gevraagd van de OESO, over hoe zij belastingsubsidies nu moest berekenen, stelt de OESO voor het consumententarief te gebruiken. Daarnaast is dit niet alleen het tarief dat huishoudens betalen, maar ook het grootste deel van de bedrijven. Een andere vergelijking is niet logisch.”
Is ‘subsidie’ eigenlijk wel de juiste term? Mensen denken dan toch aan directe steun aan fossiele bedrijven zoals Shell.
„Zeker. Belastingsubsidies zijn tamelijk onzichtbaar: het zijn geen bedragen die je ontvangt, maar die je niet hoeft te betalen. Maar het effect is hetzelfde: het is steun, en geld dat door andere belastingplichtigen alsnog moet worden opgebracht.
„Belastingvoordelen leiden bijna nooit tot publiciteit, en voor kritische parlementariërs is er nauwelijks eer aan te behalen. Ze zijn voor het grote publiek onzichtbaar, terwijl ze een enorme omvang hebben.”
Hoe raakte u bij het onderwerp fossiele subsidies betrokken?
„Dat gaat ver terug. Tot 1999 was ik als PvdA-lid Europarlementariër, en daar woordvoerder economie voor de Europese sociaal-democraten. Het parlement gaf destijds advies over allerlei ontwerprichtlijnen van de Europese Commissie over de accijnstarieven. In de voorstellen zag je dat naarmate brandstoffen vervuilender waren, ze lichter belast werden. En destijds waren er ook al veel belastingvrijstellingen voor de fossiele industrie, denk aan de belastingvrijstelling op kerosine [brandstof voor vliegtuigen]. Er was geen aandacht voor milieu. Ik vond dat absurd.”
Waarom sloeg u toen zelf aan het rekenen?
[…]
„Dat vond ik raar. Ik dacht onmiddellijk: laat ik het gaan uitzoeken. Het was nog behoorlijk veel werk. In het eerste rapport heb ik meer zaken dan nu beredeneerd moeten schatten, omdat er geen precieze gegevens voor waren. De regering leek er zelf ook van geschrokken geen zicht te hebben op hoeveel die lage tarieven voor het bedrijfsleven fiscaal nou eigenlijk kosten, en heeft aan het CBS gevraagd meer uit te zoeken over de degressieve energiebelasting. Daardoor kan ik nu preciezer zeggen: dit zijn de werkelijke kosten.”
Op uw vorige berekening kwam ook kritiek. Bijvoorbeeld op de ruim vijf miljard euro die u meerekende voor de vrijstelling van belasting op de inzet van kolen en gas voor elektriciteitsopwekking. Zo’n belasting zou dubbel zijn, aangezien de elektriciteit die met kolen en gas wordt geproduceerd ook al wordt belast.
„Dat is een discussiepunt: willen we dubbele belasting vermijden? Of is het ons doel energiebedrijven te prikkelen om zo weinig mogelijk fossiele brandstoffen te verbruiken? Wat ik probeer, is de cijfers duidelijk maken. Het is het ministerie zelf dat deze vrijstelling ook heeft aangemerkt als fossiele subsidie.”
Uw berekeningen zijn niet extern gevalideerd. Zou u dat wel willen?
„Ik zou het prima vinden als mijn berekening wordt getoetst. Mijn berekeningen zijn gepubliceerd op economisch discussieplatfom Me Judice en ik geef zoveel mogelijk toelichting. Wie wil, kan direct al beginnen met narekenen.”
Even los van de bedragen, hoe kijkt u naar fossiele subsidies?
„Ze zijn kwalijk. Prijsprikkels werken namelijk. We zagen afgelopen jaren door de hoge energieprijzen dat de industrie ineens tóch enorm op het gasverbruik kon besparen. Lobbyisten roepen: ‘Bedrijven vertrekken meteen naar de VS als fossiele subsidies verdwijnen.’ Maar de gasprijs was daar afgelopen jaren veel lager dan bij ons en ik zag geen enkel bedrijf naar de VS vertrekken.”