Opinie: Nee, het geld druppelt niet altijd door naar beneden. Belast winst meer, arbeid minder

De Tegenpartij” by Comicbase is licensed under CC BY-NC 2.0

Terwijl werknemers in koopkracht erop achteruit gaan, herleeft het idee dat hogere belastingen op winst en vermogen de welvaartsgroei zouden afremmen. Geloof het niet, betogen enkele prominente hoogleraren economie.

In het Nederlandse politieke debat maakt Trickle Down Economics een spectaculaire comeback. Een algemene verlaging van de belasting zou bijdragen aan economische groei, waarvan ook mensen met lagere inkomens zouden profiteren. En hogere belastingen op winst en vermogen zouden innovatie belemmeren en daarmee de welvaartsgroei afremmen.

In deze argumenten doorklinkt de echo van politici als Ronald Reagan, Margaret Thatcher en meer recent Liz Truss. Hun politiek handelen werd mede geleid door de veronderstelling dat belastingvoordelen voor vermogenden en bedrijven langzaam zullen doorsijpelen naar de rest van de samenleving. Deze logica laat zich het beste samenvatten als ‘geen gezeik, iedereen rijk’. Het gaat vaak samen met ‘deregulering’, oftewel het afschaffen van een scala aan sociale waarborgen en milieuwetten.

OVER DE AUTEURS

Arnoud Boot (Universiteit van Amsterdam), Jaap Bos (Universiteit Maastricht), Erwin Bulte (Wageningen Universiteit), Rick van der Ploeg (Oxford University), Hans Schenk (Universiteit Utrecht), Esther-Mirjam Sent (Radboud Universiteit), Irene van Staveren (Erasmus Universiteit), Tom van Veen (Universiteit Maastricht) zijn hoogleraar economie.

Dit is een ingezonden bijdrage, die niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de Volkskrant reflecteert. Lees hier meer over ons beleid aangaande opiniestukken.

Eerdere bijdragen in deze discussie vindt u onder aan dit artikel.

Je hoeft slechts uit het raam te kijken om te zien dat het anders ligt. Het is geen vanzelfsprekendheid dat werknemers meedelen in de welvaartsgroei. Vorig jaar boekte het Nederlandse bedrijfsleven wederom recordwinsten. Tegelijkertijd daalden de reële lonen van werknemers met 6 procent – het grootste koopkrachtverlies sinds het begin van de metingen.

Winstmarges toegenomen

Afgelopen week signaleerde de Europese Centrale Bank dat de winstmarges van Europese bedrijven zijn toegenomen, ondanks, of zelfs dankzij, de hoge inflatie. Deze ontwikkeling volgt op een langere periode van scheefgroei, waarin het besteedbaar inkomen achterblijft bij de economische groei. Het Centraal Planbureau raamt dat de arbeidsinkomensquote – het aandeel in de nationale welvaart dat toevalt aan de factor arbeid – daalt tot een historisch laag niveau van 71,8 procent.

Fundamenteel is er een soort marktdenken geslopen in de verhouding tussen werknemers en werkgevers. Met als gevolg een doorgeslagen flexibilisering die slecht is voor iedereen en dubbel schadelijk voor werknemers. Deze zijn in zowel kwaliteit van werkomstandigheden als inkomen het kind van de rekening geworden.

Daarnaast hebben overheden de lasten op vermogen en winst verlaagd in een race naar de bodem, aangevoerd door multinationals die dreigen met het verplaatsen van hoofdkantoren en productieactiviteiten. Met als gevolg dat de bijdrage van multinationals aan het bekostigen van onze collectieve voorzieningen in enkele decennia is gehalveerd.

Allang ontkracht

En dat terwijl de centrale aanname van Trickle Down Economics reeds lang ontkracht is. Het is niet alleen zo dat belastingvoordelen vooral ten goede komen aan topinkomens; een scheve welvaartsverdeling heeft ook nog eens nadelige effecten voor economische groei, investeringen en innovatie. Vermogensconcentratie leidt tot onderconsumptie en onderinvestering.

Lagere inkomens besteden namelijk een groter deel van hun inkomen aan producten en diensten, terwijl hogere inkomens geld oppotten in de vorm van beleggingen en vastgoed. Daarom leidt extra ruimte voor deze eerste groep tot extra omzet voor het midden- en kleinbedrijf en hogere groei; extra inkomen voor de tweede groep doet dat niet.

De uitdagingen waar de Nederlandse samenleving voor staat, vragen juist om investeringen. In de eerste plaats zal de Nederlandse economie voortvarend moeten inzetten op verduurzaming. Bijkomend voordeel is dat investeringen die bijdragen aan energiebesparing Nederlandse huishoudens beschermen tegen grote prijsstijgingen van energie.

Onvoldoende buffers

Ten tweede is de afgelopen jaren gebleken dat Nederlandse huishoudens over onvoldoende financiële buffers beschikken om economische schokken op te vangen. Ook daarom is het nodig de veerkracht van huishoudens structureel te versterken middels hogere inkomens. Dat kan met een combinatie van maatregelen, zoals bijvoorbeeld een hoger minimumloon of een verlaging van de belasting op inkomen uit arbeid. Gezien de onevenwichtigheden in het Nederlandse belastingstelsel, ligt het voor de hand deze investeringen te bekostigen middels hogere belastingen op vermogen en winst.

[…]

Onderwijs en zorg

Bovendien zijn werknemers in veel sectoren hard nodig. Door hogere lonen zullen werkgevers meer innoveren en kunnen werknemers doorstromen naar bedrijfstakken waar grote tekorten zijn en innovatie moeilijker voor elkaar te krijgen is, zoals in het onderwijs en de zorg.

Wie wil doen wat nodig is voor de Nederlandse samenleving en ons toekomstig verdienvermogen, kan dus beter het boek met achterhaalde economische theorieën snel dichtslaan. ‘Geen gezeik, iedereen rijk’ is niet alleen een onhaalbare belofte, maar ook nog eens onverstandig. Tegenover een lastenverlaging op inkomen uit arbeid en investeringen in duurzaamheid zal een eerlijke bijdrage van vermogenden moeten staan. Zulk gezeik maakt onze samenleving wel degelijk rijk.