Annemarie is slechtziend en struikelt vaak over fietsen, scooters en mensen op blindegeleidelijnen
Ze liggen er niet voor niets. Witte, geribbelde tegels, netjes in rijtjes ingepast in de bestrating. Voor blinden en slechtzienden een belangrijk hulpmiddel om zelfstandig op pad te gaan. Te veel mensen aan wiens ogen niets mankeren, houden er – wellicht onbewust – geen rekening mee. Annemarie Nodelijk ervaart het dagelijks in Rotterdam.
Nederland telt zo’n 350 duizend visueel beperkten, 70 duizend daarvan zijn volledig blind. Annemarie raakte na een hersentumor visueel beperkt. Niet volledig blind, maar slechtziend. Sindsdien gebruikt ze de geleidelijnen, maar vaak stuit ze op obstakels. OPEN Rotterdam liep een stukje met haar mee om het probleem in beeld te brengen.
Als Annemarie naar huis gaat, pakt ze heel vaak bus 32 vlakbij Blaak. De halte is pal voor de deur van de Willem de Kooning Academie en daar dienen zich al de eerste obstakels aan. Naast de opstapplek voor de bus staat een tiental fietsnietjes, vaak vol met fietsen. “Ik moet er bijna acrobatisch langs”, zegt ze terwijl ze half over een fietswiel stapt. Monique merkt de fiets pas op als ze er met haar geleidestok tegenaan loopt.