Fossiele investeringen scoren op de beurs: ‘Cynische prioriteit’
Het is geen fraai beeld voor iedereen die zich zorgen maakt over klimaatverandering. Op de beurs wordt een oliebedrijf dat extra in fossiel investeert met luid gejuich ontvangen. En wie vergeleken met olieconcurrenten juist groene ambitie toont, die wordt afgestraft.
Zo kondigde BP deze week acht miljard dollar aan extra investeringen in olie en gas aan. Een U-turn. Vergeleken met veel andere olie- en gasbedrijven waren de Britten juist ambitieus op het gebied van verduurzaming. In plaats van 40 procent minder fossiel in 2030, zet BP nu in op 25 procent minder. Sinds die aankondiging steeg de koers zo’n 15 procent.
Veelzeggend is ook de lage beurswaarde van Shell ten opzichte van Amerikaanse concurrenten als Exxon Mobil en Chevron. De maatschappelijke kritiek op de omvang van Shells duurzame investeringen is groot. Deze week werden Shell-bestuurders door verschillende aandeelhouders zelfs voor de rechter gesleept. En dat is niet de eerste rechtszaak.
Maar Shell is ook als het aankomt op investeren in hernieuwbare energie een stuk ambitieuzer dan de Amerikanen. Het bedrijfsonderdeel waar die hernieuwbare energie onder valt, verdient alleen een stuk minder makkelijk geld.
‘Beurs gaat over winst’
“Er wordt veel gesproken over het verduurzamen van de economie, maar op de beurs gaat het alleen over winst maken op de korte termijn”, zegt hoofdeconoom Hans Stegeman van Triodos Bank. “Dat is een bijzonder cynische prioriteit, die niet helpt om de wereldwijde klimaatdoelen te halen. Het is helaas wat we nu zien gebeuren op de financiële markten.”