Vergroening industrie gaat ‘zorgwekkend’ traag
Het chagrijn groeit over het trage tempo waarin het kabinet afspraken maakt met de industrie over broeikasgassen. In het klimaatakkoord van 2019 staat dat Nederland ten opzichte van 1990 in 2030 ongeveer de helft minder moet uitstoten, het kabinet mikt zelfs op 55 procent minder CO2-uitstoot. Maar nu, een jaar na het sluiten van het regeerakkoord, moet de eerste afspraak met de twintig grootste uitstoters nog gemaakt worden.
Met slechts vier bedrijven is een eerste intentieverklaring op papier gezet. “Dat is zorgwekkend”, zegt Hans Grünfeld van VEMW, de belangenorganisatie van grootverbruikers van energie. “Als we alle doelen willen halen, moet er heel snel geschakeld worden.”
Ook Marjan Minnesma, die met duurzaamheidsorganisatie Urgenda de staat dwong de CO2-uitstoot te verminderen, vindt dat het “veel te traag” gaat. “Ik ben teleurgesteld en vind dat de overheid dit veel serieuzer moet nemen.”
Het idee achter de maatwerkafspraken is dat de overheid knelpunten versneld aanpakt, zoals de uitbreiding van het elektriciteitsnet, snelle vergunningverlening en extra subsidie. In ruil daarvoor blijven bedrijven in Nederland en stappen ze over op machines en processen die minder CO2 uitstoten.
Minister Micky Adriaansens (VVD) van Economische Zaken en Klimaat erkent dat de een-op-een afspraken traag verlopen. “Maar we doen er alles aan. Dit is iets nieuws dat we samen met bedrijven moeten doen.” De minister meldt Nieuwsuur dat ze 25 man extra vrijmaakt om zich bezig te houden met de verduurzaming van de industrie.
Verduurzamen is een ingewikkeld proces. “Het gaat om het aanpassen van productieprocessen en bedrijven moeten daar plannen voor maken”, zegt Grünfeld. “Die plannen zijn er wel maar de overheid kan niet waarmaken wat is beloofd: voldoende capaciteit op het elektriciteitsnet, vergunningen en financiering. Er is nu geen zicht op tijdige beschikbaarheid van die randvoorwaarden.”