Voorbereiding uitbraak vogelgriep bij mensen schiet tekort, zeggen virologen
De zorgen voor een vogelgrieppandemie onder mensen nemen toe onder virologen. Niet alleen vogels, maar ook zoogdieren als nertsen en zeehonden raken de laatste tijd regelmatig besmet. Vorige maand belandde er in Ecuador zelfs een 9-jarig meisje in het ziekenhuis met een variant van het virus.
Alle reden om goed voorbereid te zijn op een mogelijke vogelgriepuitbraak onder mensen dus. Maar die voorbereiding is nog niet op orde, ziet viroloog Marion Koopmans. “Ik zou graag zien dat er over de hele wereld gerichter gekeken wordt naar bijvoorbeeld nertsenbedrijven. Want het risico is dat áls het virus daar terechtkomt, het zich gaat aanpassen en mogelijk gevaarlijker wordt voor de mens. Dat geldt voor nertsen, dat geldt voor varkens. Daar zou ik graag meer aandacht voor zien.”
Ook viroloog Thijs Kuiken vindt het belangrijk “zoveel mogelijk” maatregelen te nemen om te voorkomen dat het virus van dier op mens overspringt. “En om, als dat wel gebeurt, ervoor te zorgen dat we er klaar voor zijn.”
Besmette zoogdieren
Het vogelgriepvirus is inmiddels wereldwijd verspreid in een “hoog pathogene” vorm – een variant die heel gevaarlijk is voor vogels. “En een vorm waarvan we weten dat de voorouders af en toe mensen konden besmetten”, zegt Koopmans. “En er zijn nu signalen dat er in toenemende mate infecties bij zoogdieren voorkomen. Dat wil je gewoon niet zien.”
[…]
Scenario-oefening
Wat Koopmans betreft kan vaccineren ook wel helpen, maar zal het niet doorslaggevend zijn in de strijd tegen de verspreiding van de vogelgriep. “Het probleem is dat het virus nu in wilde vogels zit, en die kun je niet vaccineren. Je kunt de vermeerdering wel verkleinen door pluimvee te vaccineren. Nu doen we dat door geïnfecteerde bedrijven te ruimen, maar dat levert veel dode kippen op. Heel veel.”
Wat haar betreft is er nog een andere belangrijke maatregel die ingeschakeld kan worden: een “scenario-oefening”. Koopmans: “Stel dat er vroeg of laat toch een nieuw griepvirus wat ook gevaarlijk is voor mensen ontstaat. Wat hebben we dan nodig? Wat moet er dan voorbereid worden? Die oefening zou denk ik heel goed zijn om te doen. Zoiets vergt veel voorbereiding, maar het zou goed zijn daar niet te lang mee te wachten.”